25. ist der Auffassung, dass die bestehenden Verknüpfungen zwischen dem Katastrophenschutz und der Umweltpolitik verstärkt werden sollten, damit die Präventivmaßnahmen, die in den Umweltschutzvorschriften vorgesehen sind, vollständig zum Tragen kommen und einen koordinierten Ansatz der EU an die Prävention und Bekämpfung von Katastrophen gewährleisten; betont jedoch, dass in keiner Weise die Absicht besteht, die bestehenden nationalen Kompetenzen im Bereich Katastrophenschutz und Vorbeugung von Katastrophen durch EU-Richtlinien zu ersetzen oder zu schwächen;
25. is van mening dat de bestaande verbanden tussen bescherming van de burgerbevolking en milieubeleid moeten worden versterkt, opdat de preventieve maatregelen die in de milieuwetgeving zijn opgenomen, ten volle kunnen worden benut en er een gecoördineerde aanpak van de EU tot stand komt om rampen te voorkomen en de gevolgen ervan te lenigen; wijst er echter met nadruk op dat er geen plannen bestaan om de huidige nationale bevoegdheden op het gebied van bescherming van de burgerbevolking en voorkoming van rampen via richtsnoeren van de EU te vervangen of te beperken;