Der Adoptierende wird hinsichtlich des Adoptierten mit den Rechten der elterlichen Gewalt ausgestattet (Artikel 353-8 des Zivilgesetzbuches), doch wenn er stirbt, können die Mutter und der Vater des Adoptivkindes das Jugendgericht darum ersuchen, dass das Kind wieder unter ihre elterliche Gewalt gestellt wird (Artikel 353-10).
De adoptant is ten aanzien van de geadopteerde bekleed met de rechten van het ouderlijk gezag (artikel 353-8 van het Burgerlijk Wetboek), maar indien hij overlijdt, kunnen de moeder en de vader van het geadopteerde kind aan de jeugdrechtbank vragen dat het kind opnieuw onder hun ouderlijk gezag wordt geplaatst (artikel 353-10).