25. verweist auf den auffallenden Kontrast zwischen dem Umfang der Druckmittel gegenüber den Entwicklungs- oder Schwellenländern und der Unfähigkeit des IWF, die Politiken der Industrieländer erheblich zu beeinflussen, deren Haushaltspolitik und Zahlungsbilanz die vom IWF aufgestellten Kriterien teilweise nicht erfüllen und dadurch die internationale finanzielle Stabilität untergraben können;
25. stelt vast dat er een schril contrast bestaat tussen enerzijds de omvang van de drukmiddelen ten aanzien van ontwikkelingslanden of landen in een overgangsfase en anderzijds het onvermogen van het IMF om werkelijk invloed uit te oefenen op het beleid van de geïndustrialiseerde landen, waarvan het begrotingsbeleid en de betalingsbalans ten dele niet voldoen aan de door het IMF gestelde criteria en daardoor de internationale financiële stabiliteit kunnen ondermijnen;