Vertaling van " höheren bildungsniveau " (Duits → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

Leiter einer höheren Lehranstalt | Leiterin einer höheren Lehranstalt | Leiter einer Hochschuleinrichtung | Leiter einer höheren Lehranstalt/Leiterin einer höheren Lehranstalt
rector | voorzitster van het college van bestuur | algemeen directrice hogeschool | directeur hogeronderwijsinstelling

Bildungsniveau
scholingsgraad

Bildungsabschluss | Bildungsgrad | Bildungsniveau | Bildungsstufe
onderwijsniveau

Ausschuß der höheren Gewerbeaufsichtsbeamten | Ausschuss Hoher Arbeitsaufsichtsbeamter | Ausschuss Hoher Aufsichtsbeamter | SLIC [Abbr.]
Comité van Hoge Arbeidsinspecteurs | Comité van hoge functionarissen van de arbeidinspectie | SLIC [Abbr.]

Zulage für die Ausübung eines höheren Amtes
toelage voor de uitoefening van een hogere functie

Personal im höheren Dienst
hoger kader

Forstbeamter des höheren Dienstes
ambtenaar van het bosbeheer

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

Die Begriffsbestimmung des geschlechtsspezifischen Lohngefälles macht sie empfindlich gegenüber drei Arten von Störgrößen, die ihrer Interpretation Grenzen setzen: individuelle Merkmale (z. B. Bildung: Wenn Frauen mit niedrigem Bildungsniveau dem Arbeitsmarkt fernbleiben, sinkt das geschlechtsspezifische Lohngefälle; das geschlechtsspezifische Lohngefälle steigt jedoch, wenn diese Frauen eine Stelle annehmen, weil sie das Einkommen benötigen, da Arbeitnehmer mit einem höheren Bildungsniveau mehr verdienen), Merkmale der Industrie (z. B. Unternehmensgröße: Beschäftigte in großen Unternehmen haben tendenziell höhere Einkommen als Beschäftigte in kleineren Unternehmen), und institutionelle Merkmale (Mindestlohn: ein höherer Mindestlohn führt dazu, dass das geschlechtsspezifische Lohngefälle sinkt, da viele Frauen geringfügig vergüteten Beschäftigungen nachgehen).
Het begrip genderloonkloof is, door zijn definitie, gevoelig voor drie soorten verstoringsfactoren die een juiste interpretatie ervan bemoeilijken: individuele kenmerken - bijv. opleiding - indien laag opgeleide vrouwen buiten de arbeidsmarkt blijven daalt de genderloonkloof, maar als zij het inkomen nodig hebben en gaan werken vergroot de genderloonkloof aangezien werknemers met een hoge opleiding meer verdienen), bedrijfskenmerken (bijv. de omvang van de onderneming - werknemers in grote ondernemingen hebben doorgaans hogere lonen dan werknemers in kleinere bedrijven) en institutionele kenmerken (het minimumloon - een hoger minimumloon doet de genderloonkloof verkleinen, aangezien vele vrouwen in slecht betaalde jobs werken).

Die zeitlichen Tendenzen lassen sich durch eine Betrachtung der verschiedenen Personengruppen feststellen. Was den Anteil der Personen mit niedrigem Bildungsniveau angeht, so besteht ein auffallender Unterschied zwischen jungen Menschen (18 bis 24 Jahre) und Menschen im höheren Alter (Altersgruppe 65+, Tabelle 21): In der EU insgesamt besaßen nicht weniger als 70 % der letztgenannten Gruppe im Gegensatz zu den bereits erwähnten 19 % aller 18-24-Jährigen keine Bildung, die über die untere Sekundarstufe hinausging.
Door verschillende cohorten te bestuderen kan men trends gedurende een bepaalde tijd volgen: het verschil tussen het percentage mensen met een laag opleidingsniveau onder jongeren (18-24 jaar) en ouderen (65 jaar en ouder, tabel 21) is frappant: in de EU als geheel heeft maar liefst 70% in de laatste groep minder dan de bovenbouw van de middelbare school met succes voltooid, tegenover de reeds genoemde 19% van alle 18-24-jarigen.

Das Bildungsniveau von Drittstaatsangehörigen liegt im Durchschnitt unter dem von EU-Staatsangehörigen.[19] Auch ist das Risiko größer, dass junge Leute mit Migrationshintergrund Schulen und Ausbildungseinrichtungen ohne einen höheren Sekundarschulabschluss verlassen.
Het gemiddelde onderwijsniveau van onderdanen van derde landen ligt onder dat van EU-onderdanen[19].

Eine höhere und bessere Bildung führt zu höheren Beschäftigungsquoten, und im Laufe der Zeit trägt ein höheres Bildungsniveau zu einer höheren Beschäftigungsquote von Frauen bei, was unmittelbare positive Auswirkungen auf das Bruttoinlandsprodukt hat.
Meer en beter onderwijs zorgt voor een grotere arbeidsparticipatie en een stijging van het onderwijsniveau draagt op lange termijn bij aan een toenemende participatie van vrouwen, die een direct positief effect zal hebben op het bruto nationaal product.

2. erinnert zunächst daran, dass die beiden Hauptgründe für die demografischen Veränderungen, nämlich die niedrige Geburtenrate und die Überalterung der Bevölkerung, Früchte des Fortschritts sind, dass die Verlängerung der Lebenserwartung unmittelbare Folge des Fortschritts der Wissenschaft, der Hygiene und des Lebensstandards ist, dass die selbstbestimmte Schwangerschaft das Ergebnis der Emanzipation der Frau ist und einhergeht mit dem höheren Bildungsniveau der Mädchen und der Beteiligung der Frauen am Erwerbsleben und an öffentlichen Aufgaben, und ist der Auffassung, dass dies als irreversible Errungenschaft für die Menschheit gelten muss;
2. wijst er vooraf op dat de twee hoofdoorzaken van de demografische veranderingen, te weten de daling van het geboortecijfer en de vergrijzing van de bevolking, het resultaat van vooruitgang zijn; dat de langere levensverwachting een rechtstreeks gevolg is van de vooruitgang in wetenschap, hygiëne en levensstandaard, dat geboorteregeling het gevolg is van de emancipatie van vrouwen en ook verband houdt met een hoger opleidingsniveau van meisjes en een hogere participatiegraad van vrouwen op de arbeidsmarkt en in het openbaar bestuur, en is van mening dat dit moet worden beschouwd als een onomkeerbare verworvenheid van de mensheid;

-Der Bedarf an neuen Qualifikationen und einem höheren Bildungsniveau wächst.
-Er is steeds meer behoefte aan nieuwe vaardigheden en een hoger opleidingsniveau.

Hinzu kommt, dass diejenigen mit einem höheren Bildungsniveau als Erwachsene eher an allgemeiner und beruflicher Bildung teilnehmen; insgesamt ist die Chance, dass Menschen mit einem höheren Bildungsabschluss sich an Maßnahmen der allgemeinen und beruflichen Bildung beteiligen, fünfmal so hoch wie bei denjenigen mit einem Abschluss bis zur unteren Sekundarstufe.
Bovendien zullen hoger opgeleiden waarschijnlijk eerder in onderwijs en opleiding participeren dan volwassenen; over het algemeen is de kans op participatie in onderwijs/opleiding vijf keer hoger bij degenen met een hoger onderwijsniveau dan bij degenen met ten hoogste beperkt voortgezet onderwijs.