Traduction de « gleichheitsgrundsatz dadurch » (Allemand → Néerlandais) :

TERMINOLOGIE

Gleichheitsgrundsatz
gelijkheidsbeginsel

Gleichbehandlung [ Chancengleichheit | Gleichheitsgrundsatz | Grundsatz der Nichtdiskriminierung | positive Diskriminierung | ungleiche Behandlung ]
gelijke behandeling [ gelijke arbeidsmogelijkheden | gelijke kansen | gelijke rechten | ongelijke behandeling | positieve discriminatie | toelating op voet van gelijkheid ]

Grundsatz der Rechtssicherheit [ Gleichheitsgrundsatz und Grundsatz der Rechtssicherheit | Rechtssicherheit ]
rechtszekerheidsbeginsel [ beginsel van gelijkheid en rechtszekerheid ]

von den Bestimmungen des Abschnitts 5 des Brüsseler Übereinkommens kann nicht dadurch abgewichen werden,daß der Beklagte sich stillschweigend auf das Verfahren einläßt
stilzwijgende afwijking van de bevoegdheidsregels

dadurch gekennzeichnet, dass | gekennzeichnet durch
gekenmerkt door | met het kenmerk dat

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

Die angefochtene Maßnahme ist nur dann mit dem Gleichheitsgrundsatz vereinbar, wenn der dadurch zwischen den beiden Kategorien von Arbeitnehmern herbeigeführte Behandlungsunterschied durch objektive Faktoren gerechtfertigt ist, die nichts mit einer Diskriminierung aufgrund des Geschlechts zu tun haben.
De bestreden maatregel is alleen met het gelijkheidsbeginsel bestaanbaar indien het verschil in behandeling dat hij invoert tussen de twee categorieën van werknemers is verantwoord door objectieve factoren die losstaan van elke discriminatie op grond van geslacht.

F. in der Erwägung, dass das Oberste Gericht Indiens am 11. Dezember 2013 ein Urteil des Hohen Gerichts von Delhi aus dem Jahr 2009 aufgehoben hat, demzufolge Abschnitt 377 des indischen Strafgesetzbuches – ein Gesetz aus der Kolonialzeit, durch das Homosexualität verboten wurde – den in der indischen Verfassung verankerten Gleichheitsgrundsatz verletzt, und dass dadurch Homosexualität erneut zu einem Straftatbestand wird, der mit bis zu lebenslanger Haft bestraft werden kann;
F. overwegende dat het Indiase Hooggerechtshof op 11 december 2013 een uitspraak van het Hof van Justitie van Delhi uit 2009 vernietigde die inhield dat artikel 377 van het Indiase wetboek van strafrecht, een wet uit de koloniale tijd die homosexualiteit verbood, tegen het gelijkheidsbeginsel van de Indiase grondwet indruist, zodat homoseksualiteit in India weer onder het strafrecht is teruggebracht, met straffen tot wel levenslang;

E. in der Erwägung, dass das Oberste Gericht Indiens am 11. Dezember 2013 ein Urteil des Hohen Gerichts von Delhi aus dem Jahr 2009 aufgehoben hat, demzufolge Abschnitt 377 – ein Gesetz aus der Kolonialzeit, durch das Homosexualität verboten wurde – den in der indischen Verfassung verankerten Gleichheitsgrundsatz verletzt, und dass dadurch Homosexualität erneut zu einem Straftatbestand wird, der mit bis zu lebenslanger Haft bestraft werden kann;
E. overwegende dat het Indiase Hooggerechtshof op 11 december 2013 een uitspraak van het Hof van Justitie van Delhi uit 2009 nietig heeft verklaard die inhield dat een wet uit de koloniale periode voor de vervolging van homoseksualiteit indruiste tegen het gelijkheidsbeginsel van de Indiase grondwet, hetgeen betekent dat homoseksualiteit opnieuw strafbaar wordt gesteld met maximaal levenslange gevangenisstraf;

5. begrüßt die Initiative der indischen Regierung, das Oberste Gericht um eine Überprüfung seines Urteils zu ersuchen, da dadurch der in der Verfassung verankerte Gleichheitsgrundsatz verletzt wird; fordert das indische Parlament dazu auf, Abschnitt 377 aufzuheben, falls das Oberste Gericht sein Urteil nicht revidiert;
5. is ingenomen met het initiatief van de Indiase overheid om het Hooggerechtshof te verzoeken zijn uitspraak te herzien, omdat deze indruist tegen het grondwettelijk beginsel van gelijkheid; verzoekt het Indiase parlement om artikel 377 te schrappen indien het Hooggerechtshof nalaat om zijn uitspraak te herzien;

(a) die Achtung der Menschenrechte, insbesondere der Rechte der Frau, und Grundfreiheiten, der Rechtsstaatlichkeit, des Gleichheitsgrundsatzes und der Nichtdiskriminierung, der Gleichstellung von Männern und Frauen und die Stärkung einer verantwortungsvollen Staatsführung zu fördern, eine vertiefte und tragfähige Demokratie aufzubauen und die Entwicklung einer freien, unabhängigen, dynamischen und proaktiven Zivilgesellschaft durch enge Zusammenarbeit mit den Sozialpartnern und Frauenorganisationen zu fördern, um dadurch Bereiche für eine Unterstützung und Kooperation zur Umsetzung politischer Maßnahmen der Geschlechtergleichstellung in den Partnerländern zu ermitteln;
(a) bevordering van de mensenrechten, met bijzondere aandacht voor de vrouwenrechten, en fundamentele vrijheden, de rechtsstaat, de beginselen van non-discriminatie en gelijkheid, ook tussen man en vrouw, versterking van goed bestuur, duurzame en blijvende democratie en de ontwikkeling van een vrij, onafhankelijk, florerend en proactief maatschappelijk middenveld, onder meer via nauwe samenwerking met de sociale partners en vrouwenorganisaties, teneinde steun- en samenwerkingsgebieden vast te stellen voor de tenuitvoerlegging van genderbeleid in de partnerlanden.

In der sechsten präjudiziellen Frage wird der Hof gefragt, ob die Flämische Region befugt war, den Interkommunalen die Abgabe bezüglich des Schutzes des Oberflächenwassers gegen Verschmutzung aufzuerlegen, und falls ja, ob gegen den Gleichheitsgrundsatz dadurch verstossen wurde, dass die Interkommunalen in der Brüsseler und der Wallonischen Region nicht der gleichen Abgabe unterliegen.
In de zesde prejudiciële vraag wordt het Hof gevraagd of het Vlaamse Gewest bevoegd was om de intercommunales aan de heffing inzake de bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreiniging te onderwerpen en zo ja, of het gelijkheidsbeginsel wordt geschonden doordat de intercommunales in het Brusselse en Waalse Gewest niet aan eenzelfde heffing zouden zijn onderworpen.

In den Erwägungen des Verweisungsurteils wird angegeben, dass « der Angeschuldigte den in den Artikeln 10 und 11 der Verfassung enthaltenen Gleichheitsgrundsatz dadurch verletzt sieht, dass die Vernehmung eines Beschuldigten bei Strafe der Nichtigkeit vorgeschrieben ist, wenn ein Haftbefehl ergehen soll, während sie nicht vorgeschrieben ist im entgegengesetzten Fall » (d.h. im Fall einer Beschuldigung).
In de overwegingen van het verwijzingsarrest wordt aangegeven dat « de beklaagde een schending ziet van het gelijkheidsbeginsel vervat in de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in de omstandigheid dat de ondervraging van een verdachte is voorgeschreven op straffe van nietigheid wanneer een afgifte van een bevel tot aanhouding is beoogd, terwijl het niet als verplicht wordt beschouwd in het tegengestelde geval » (dit wil zeggen in geval van inverdenkingstelling).

Die klagende Partei schlussfolgert, dass der Gleichheitsgrundsatz dadurch verletzt werde, dass der Gesetzgeber bei der Entstehung des Regularisierungsgesetzes unterlassen habe, Artikel 57 § 2 des ÖSHZ-Gesetzes mit einer Bestimmung zu ergänzen, mit der er die mit dem Regularisierungsgesetz entstandene neue Kategorie illegaler Ausländer von der Anwendung des obengenannten Artikels 57 § 2 ausgeschlossen hätte.
De verzoekende partij besluit dat het gelijkheidsbeginsel werd geschonden doordat de wetgever bij de totstandkoming van de regularisatiewet heeft nagelaten artikel 57, § 2, van de O.C. M.W.-wet aan te vullen met een bepaling waarbij hij de nieuwe categorie van illegale vreemdelingen die hij creëerde met de regularisatiewet, van het toepassingsgebied van voormeld artikel 57, § 2, zou hebben uitgesloten.

Die klagende Partei schliesst daraus, dass der Gleichheitsgrundsatz dadurch verletzt werde, dass der Gesetzgeber bei der Entstehung des Regularisierungsgesetzes unterlassen habe, Artikel 57 § 2 des ÖSHZ-Gesetzes mit einer Bestimmung zu ergänzen, mit der er die mit dem Regularisierungsgesetz entstandene neue Kategorie illegaler Ausländer von der Anwendung des obengenannten Artikels 57 § 2 ausgeschlossen hätte.
De verzoekende partij besluit dat het gelijkheidsbeginsel werd geschonden doordat de wetgever bij de totstandkoming van de regularisatiewet heeft nagelaten artikel 57, § 2, van de O.C. M.W.-wet aan te vullen met een bepaling waarbij hij de nieuwe categorie van illegale vreemdelingen die hij creëerde met de regularisatiewet, van het toepassingsgebied van voormeld artikel 57, § 2, zou hebben uitgesloten.