Art. 10 - § 1. Wird eine Feuerungsanlage um mindestens 50 MWth erweitert, so gelten für den neuen Teil der Anlage die Emissionsgrenzwerte gemäss dem Teil B der Anlagen II bis VI, die nach Massgabe der thermischen Nennleistung der Gesamtanlage festgelegt werden.
Art. 10. § 1. Bij uitbreiding van de installatie met ten minste 50 MW, zijn de emissiegrenswaarden van punt B van de bijlagen II tot VI van toepassing op het nieuwe gedeelte van de installatie; zij worden vastgelegd op grond van het thermische vermogen van de gehele installatie.