Vertaling van " gemeinschaft anwendbaren massnahmen ergeben " (Duits → Nederlands) :

Aus der Rechtsprechung des Gerichtshofes der Europäischen Gemeinschaften geht hervor, dass Einschränkungen dieser Grundsätze, die sich aus unterschiedslos auf eigene Staatsangehörige und Staatsangehörige aus der Gemeinschaften anwendbaren Massnahmen ergeben, annehmbar sein können, wenn sie aus zwingenden Gründen allgemeinen Interesses gerechtfertigt sind, wenn sie geeignet sind, die Verwirklichung ihrer Zielsetzung zu gewährleisten und wenn sie nicht über das zu dieser Verwirklichung Notwendige hinausgehen.
Uit de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen volgt dat beperkingen van die beginselen, die voortvloeien uit maatregelen die zonder onderscheid van toepassing zijn op nationale en communautaire onderdanen, kunnen worden aanvaard indien ze gerechtvaardigd zijn om dwingende redenen van algemeen belang, indien ze geschikt zijn om het ermee beoogde doel te bereiken en ze niet verder gaan dan wat noodzakelijk is om het te bereiken.

Aus der Rechtsprechung des Gerichtshofes der Europäischen Gemeinschaften wird deutlich, dass Hindernisse für die Dienstleistungsfreiheit, die sich aus unterschiedslos auf nationale Bürger und Bürger der Gemeinschaft anwendbaren Massnahmen ergeben, nur dann zulässig sind, wenn diese Massnahmen durch zwingende Gründe des Allgemeininteresses gerechtfertigt sind, wenn sie geeignet sind, die Verwirklichung des mit ihnen angestrebten Zieles zu gewährleisten, und wenn sie nicht über das hierfür Erforderliche hinausgehen (EuGH, 21. Oktober 1999, Zenatti, C-67/98, Slg.
Uit de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen volgt dat de beperkingen van het vrij verrichten van diensten die voortvloeien uit maatregelen die zonder onderscheid van toepassing zijn op nationale en communautaire onderdanen, kunnen worden aanvaard indien ze gerechtvaardigd zijn om dwingende redenen van algemeen belang, indien ze geschikt zijn om het ermee beoogde doel te bereiken en ze niet verder gaan dan wat noodzakelijk is om het te bereiken (H.v.J., 21 oktober 1999, Zenatti, C-67/98, Jur.

Artikel 10 des Vertrags zur Gründung der Europäischen Gemeinschaft (weiter unten: EG-Vertrag) bestimmt, dass die Mitgliedstaaten alle geeigneten Massnahmen allgemeiner oder besonderer Art zur Erfüllung der Verpflichtungen, die sich aus diesem Vertrag oder aus Handlungen der Organe der Europäischen Gemeinschaft ergeben, treffen.
Artikel 10 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap (hierna : EG-Verdrag) bepaalt dat de lidstaten alle algemene of bijzondere maatregelen treffen welke geschikt zijn om de nakoming van de uit dat Verdrag of uit de handelingen van de instellingen van de Europese Gemeenschap voortvloeiende verplichtingen te verzekeren.

DIE ERRICHTUNG DER ZOLLUNION IST IM WESENTLICHEN IN TITEL I KAPITEL 1 DES VERTRAGES GEREGELT . DIESES KAPITEL ENTHÄLT EINE REIHE PRÄZISER VORSCHRIFTEN, INSBESONDERE ÜBER DIE ABSCHAFFUNG DER ZÖLLE ZWISCHEN DEN MITGLIEDSTAATEN, DIE AUFSTELLUNG UND SCHRITTWEISE EINFÜHRUNG DES GEMEINSAMEN ZOLLTARIFS SOWIE DIE AUTONOMEN ÄNDERUNGEN ODER AUSSETZUNGEN SEINER SÄTZE; DIE WORTE ,, AUTONOME ÄNDERUNGEN ODER AUSSETZUNGEN DER SÄTZE DES GEMEINSAMEN ZOLLTARIFS '' IN ARTIKEL 28 GESTATTEN ES NICHT, DIE VORSCHRIFTEN ÜBER DEN ZOLLWERT AUF DIESEN ARTIKEL ZU STÜTZEN; ARTIKEL 27 SIEHT ZWAR VOR, DASS DIE MITGLIEDSTAATEN VOR ENDE DER ERSTEN STUFE, SOWEIT ERFORDERLICH, EINE ANGLEICHUNG IHRER RECHTS - UND VERWALTUNGSVORSCHRIFTEN AUF DEM GEBIET DES ZOLLWESENS VORNEHMEN, JEDOCH WERDEN IN DIESEM ARTIKEL DIE GEMEINSCHAFTSORGANE NICHT ERMÄCHTIGT, ZWINGENDE VORSCHRIFTEN AUF DIESEM GEBIET ZU ERLASSEN; EINE GRÜNDLICHE PRÜFUNG MIT DEN MITGLIEDSTAATEN HAT JEDOCH ERGEBEN, DASS AUF BESTIMMTEN GEBIETEN DURCH ZWINGENDE RECHTSAKTE DER GEMEINSCHAFT DIEJENIGEN MASSNAHMEN FESTGELEGT WERDEN MÜSSEN, DIE ZUR EINFÜHRUNG EINES ZOLLRECHTS UNERLÄSSLICH SIND, DAS DIE EINHEITLICHE ANWENDUNG DES GEMEINSAMEN ZOLLTARIFS GEWÄHRLEISTET .
Overwegende dat de invoering van de douane-unie hoofdzakelijk is geregeld in titel I , hoofdstuk 1 ; dat dat hoofdstuk van het Verdrag een samenstel van nauwkeurige voorschriften omvat , in het bijzonder betreffende de afschaffing van de douanerechten tussen de Lid-Staten , de vaststelling en de geleidelijke invoering van het gemeenschappelijk douanetarief en de autonome wijzigingen of schorsingen van de rechten van dat tarief ; dat de woorden " autonome wijzigingen of schorsingen van de rechten van het gemeenschappelijk douanetarief " in artikel 28 niet toelaten bedoeld artikel als grondslag te nemen voor de bepalingen betreffende de douanewaarde ; dat , ook al wordt in artikel 27 bepaald dat de Lid-Staten v}}r het einde van de eerste etappe , voor zover noodzakelijk , overgaan tot het nader tot elkaar brengen van hun wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen op douanegebied , dit artikel aan de Instellingen van de Gemeenschap niet de bevoegdheid toekent , dwingende bepalingen ter zake vast te stellen ; dat bij een diepgaand onderzoek , waartoe met de Lid-Staten werd overgegaan , nochtans de noodzakelijkheid is gebleken , in bepaalde sectoren middels dwingende communautaire besluiten de maatregelen vast te stellen welke onontbeerlijk zijn voor de invoering van een douanewetgeving welke een uniforme toepassing van het gemeenschappelijk douanetarief verzekert ;

DIE ERRICHTUNG DER ZOLLUNION IST IM WESENTLICHEN IM ZWEITEN TEIL TITEL I KAPITEL 1 DES VERTRAGES GEREGELT; DIESES KAPITEL ENTHÄLT EINE REIHE PRÄZISER VORSCHRIFTEN, INSBESONDERE ÜBER DIE ABSCHAFFUNG DER ZÖLLE ZWISCHEN DEN MITGLIEDSTAATEN, DIE AUFSTELLUNG UND SCHRITTWEISE EINFÜHRUNG DES GEMEINSAMEN ZOLLTARIFS SOWIE DIE AUTONOMEN ÄNDERUNGEN UND AUSSETZUNGEN SEINER SÄTZE; ARTIKEL 27 SIEHT ZWAR VOR, DASS DIE MITGLIEDSTAATEN VOR ENDE DER ERSTEN STUFE, SOWEIT ERFORDERLICH, EINE ANGLEICHUNG IHRER RECHTS - UND VERWALTUNGSVORSCHRIFTEN AUF DEM GEBIET DES ZOLLWESENS VORNEHMEN, JEDOCH WERDEN IN DIESEM ARTIKEL DIE GEMEINSCHAFTSORGANE NICHT ERMÄCHTIGT, ZWINGENDE VORSCHRIFTEN AUF DIESEM GEBIET ZU ERLASSEN; EINE GRÜNDLICHE PRÜFUNG MIT DEN MITGLIEDSTAATEN HAT JEDOCH ERGEBEN, DASS AUF BESTIMMTEN GEBIETEN DURCH ZWINGENDE RECHTSAKTE DER GEMEINSCHAFT DIEJENIGEN MASSNAHMEN FESTGELEGT WERDEN MÜSSEN, DIE ZUR EINFÜHRUNG EINES ZOLLRECHTS UNERLÄSSLICH SIND, DAS DIE EINHEITLICHE ANWENDUNG DES GEMEINSAMEN ZOLLTARIFS GEWÄHRLEISTET .
Overwegende dat de invoering van de douane-unie hoofdzakelijk is geregeld in het tweede deel , titel I , hoofdstuk 1 , van het Verdrag ; dat dat hoofdstuk van het Verdrag een samenstel van nauwkeurige voorschriften omvat , in het bijzonder betreffende de afschaffing van de douanerechten tussen de Lid-Staten , de vaststelling en de geleidelijke invoering van het gemeenschappelijk douanetarief en de autonome wijzigingen of schorsingen van de rechten van dat tarief ; dat , ook al wordt in artikel 27 bepaald dat de Lid-Staten v}}r het einde van de eerste etappe , voor zover noodzakelijk , overgaan tot het nader tot elkaar brengen van hun wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen op douanegebied , dit artikel aan de Instellingen van de Gemeenschap niet de bevoegdheid toekent , dwingende bepalingen ter zake vast te stellen ; dat bij een diepgaand onderzoek , waartoe met de Lid-Staten werd overgegaan , nochtans de noodzakelijkheid is gebleken , in bepaalde sectoren door middel van dwingende communautaire besluiten de maatregelen vast te stellen welke onontbeerlijk zijn voor de invoering van een douanewetgeving welke een uniforme toepassing van het gemeenschappelijk douanetarief verzekert ;