3. Abweichend von Absatz 1 darf in dem in Absatz 1 genannten Gebiet Fischfang mit an Pflöcken befestigten Küstenstellnetzen, Dredgen für Jakobsmuscheln oder Miesmuscheln, Handleinen, automatisierten Angelrollen, Zugnetzen und Strandwaden sowie Reusen betrieben werden, sofern
3. In afwijking van lid 1 is de visserij met vaste, aan palen bevestigde kustnetten, kamschelpkorren, mosselkorren, handlijnen, gemechaniseerde peurlijnen, sleepnetten en strandzegens, kommen en korven in het in lid 1 bedoelde gebied toegestaan op voorwaarde dat: