Vertaling van " fernsehveranstaltern unabhängige " (Duits → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

unabhängige Verriegelung | unabhängige Verriegelung spitzbefahrener Weichen | unabhängiger Verschluss | unabhängiger Weichenriegel
onafhankelijke grendel

Gemeinschaft Unabhängiger Staaten [ GUS | Neue Unabhängige Staaten | NUS ]
Gemenebest van onafhankelijke staten [ GOS | nieuwe onafhankelijke staten | NOS ]

unabhängiger Sachverständigenausschuß | unabhängiger Sachverständigenausschuß zur Unternehmensbesteuerung
comité van onafhankelijke deskundigen over de belastingen op ondernemingen | comité-Ruding

Neue unabhängige Staaten | unabhängige Nachfolgestaaten der Sowjetunion | NUS [Abbr.]
Nieuwe Onafhankelijke Staten | NOS [Abbr.]

anerkannte unabhängige Prüfstelle
erkende onafhankelijke instelling

Grund, der unabhängig von seinem Willen ist
reden onafhankelijk van zijn wil

unabhängiger Patentanspruch
onafhankelijke conclusie

autonom | unabhängig
autonoom | zelfstandig

Lenkflugkörper [ Cruise Missile | Marschflugkörper | MIRV | Rakete mit mehreren unabhängig voneinander zielbaren Wiedereintrittskörpern | Rakete mit Mehrfachsprengkopf ]
geleide raket [ kruisraket | MIRV ]

Papua-Neuguinea [ der Unabhängige Staat Papua-Neuguinea | Neuguinea ]
Papoea-Nieuw-Guinea [ Nieuw-Guinea | Onafhankelijke Staat Papoea-Nieuw-Guinea | Papua-Nieuw-Guinea ]

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

Artikel 5 setzt das Ziel, dass mindestens 10 % der Sendezeit bzw. der Haushaltsmittel für die Programmgestaltung der Sendung europäischer Werke von Herstellern vorbehalten werden, die von den Fernsehveranstaltern unabhängig sind.
Artikel 5 bepaalt dat 10% van de zendtijd of het programmabudget voor Europese producties van onafhankelijke producenten moet worden gereserveerd.

Artikel 5 legt fest, dass die Mitgliedstaaten im Rahmen des praktisch Durchführbaren und mit angemessenen Mitteln dafür Sorge tragen, dass die Fernsehveranstalter mindestens 10 v.H. ihrer Sendezeit, oder alternativ nach Wahl des Mitgliedstaats mindestens 10 v.H. ihrer Haushaltsmittel für die Programmgestaltung der Sendung europäischer Werke von Herstellern vorbehalten, die von den Fernsehveranstaltern unabhängig sind.
Artikel 5 bepaalt dat telkens wanneer dat mogelijk is de lidstaten er met passende middelen op toezien dat de omroeporganisaties ten minste 10 % van hun zendtijd of, bij wijze van alternatief, naar keuze van de lidstaat, ten minste 10 % van hun programmabudget, reserveren voor Europese producties die door van de televisie-omroeporganisaties onafhankelijke producenten zijn vervaardigd.

Die betreffenden Bestimmungen sehen vor, dass die Fernsehveranstalter im Rahmen des praktisch Durchführbaren den Hauptanteil ihrer Sendezeit europäischen Werken vorbehalten und dass sie 10 % ihrer Sendezeit - oder 10 % ihrer Haushaltsmittel für die Programmgestaltung - der Sendung europäischer Werke von Herstellern vorbehalten, die von den Fernsehveranstaltern unabhängig sind.
Deze bepalingen schrijven voor dat de televisieomroeporganisaties voor zover mogelijk het grootste gedeelte van hun zendtijd reserveren voor Europese producties en 10 % van hun zendtijd - of 10 % van hun programmabudget - voor Europese producties die door van de televisieomroeporganisaties onafhankelijke producenten zijn vervaardigd.

Bei der Festlegung, was unter dem in Artikel 5 der Richtlinie 89/552/EWG genannten Begriff „Hersteller, die von den Fernsehveranstaltern unabhängig sind“ zu verstehen ist, sollten die Mitgliedstaaten insbesondere Kriterien wie das Eigentum an der Produktionsgesellschaft, den Umfang der demselben Fernsehveranstalter gelieferten Sendungen und das Eigentum an sekundären Rechten angemessen berücksichtigen.
Wanneer de lidstaten „onafhankelijke producent” als bedoeld in artikel 5 van Richtlijn 89/552/EEG definiëren, dienen zij naar behoren rekening houden met criteria als de eigendom van het productiebedrijf, de hoeveelheid programma’s die aan dezelfde omroeporganisatie wordt geleverd en de eigendom van secundaire rechten.

Fernsehveranstalter müssen mindestens 10 % ihrer Sendezeit oder 10 % ihrer Haushaltsmittel für die Programmgestaltung für europäische Werke von Produzenten verwenden, die von den Fernsehveranstaltern unabhängig sind. Hiervon ausgenommen ist Sendezeit für:
Omroeporganisaties moeten minstens 10 % van hun zendtijd of 10 % van hun programmabudget besteden aan Europese producties die door van de televisieomroeporganisaties onafhankelijke producenten zijn vervaardigd, zonder rekening te houden met de zendtijd die wordt gewijd aan:

Die Richtlinie beinhaltet eine Vorschrift, dass Fernsehveranstalter mindestens 10 Prozent ihrer Sendezeit bzw. mindestens 10 Prozent ihrer Haushaltsmittel für die Programmgestaltung europäischen Produktionen von Produktionsfirmen vorbehalten müssen, die von den Fernsehveranstaltern unabhängig sind.
De richtlijn bevat een bepaling dat omroeporganisaties ten minste 10 procent van hun zendtijd of 10 procent van hun programmabudget dienen te reserveren voor Europese producties van producenten die onafhankelijk van de omroeporganisaties zijn.

Bei nicht-linearen audiovisuellen Mediendiensten könnte die Unterstützung und Förderung in Form einer Mindestzahl europäischer Werke proportional zum wirtschaftlichen Ergebnis, eines Mindestanteils europäischer Werke und in europäischen Werken, die durch von Fernsehveranstaltern unabhängige Produzenten hergestellt wurden, in "Video-on-demand"-Katalogen oder einer attraktiven Präsentation europäischer Werke und von Werken, die von solchen unabhängigen Produzenten hergestellt wurden, in elektronischen Programmführern erfolgen.
Bij niet-lineaire audiovisuele mediadiensten kunnen ondersteuning en promotie de vorm krijgen van een minimumaantal Europese producties dat evenredig is aan het commercieel resultaat, een minimumaandeel Europese producties en Europese producties van producenten die onafhankelijk zijn van omroeporganisaties, in catalogi van video's op aanvraag, of een aantrekkelijke presentatie van Europese producties en producties van zulke onafhankelijke producenten in elektronische programmagidsen.

Diese beiden Artikel, die die Förderung der Verbreitung und Herstellung von Fernsehprogrammen betreffen, bestimmen, dass die Fernsehveranstalter im Rahmen des Möglichen den Hauptteil ihrer Sendezeit europäischen Werken und mindestens 10% ihrer Sendezeit – oder 10% ihrer Haushaltsmittel für die Programmgestaltung – europäischen Werken von Herstellern vorbehalten, die von den Fernsehveranstaltern unabhängig sind.
Deze twee artikelen over de bevordering van de verspreiding en productie van televisieprogramma’s bevelen televisieomroeporganisaties aan om voorzover mogelijk het grootste deel van hun zendtijd voor Europese producties en 10% van hun zendtijd - of 10% van hun programmabudget – voor Europese producties die door van de televisieomroeporganisaties onafhankelijke producenten zijn vervaardigd, te reserveren.