3. bekräftigt seine Besorgnis darüber, dass das Parlament nicht befugt ist, die aus dem EEF finanzierten Maßnahmen auf die gleiche Weise zu kontrollieren wie bei anderen Hilfsinstrumenten wie dem Instrument für Entwicklungszusammenarbeit (DCI); fordert die Kommission auf, konkrete Vorschläge zur Verbesserung der demokratischen Kontrolle des Parlaments über den EEF vorzulegen, indem diese mit der Kontrolle über das DCI in Einklang gebracht wird; unterstreicht ferner die Bedeutung der Kontrolle des EEF durch die Paritätische Parlamentarische Versammlung AKP-EU;
3. vindt het nog steeds problematisch dat het Parlement de activiteiten van het EOF niet op dezelfde manier mag controleren als het dat mag met andere steuninstrumenten, zoals het Instrument voor ontwikkelingssamenwerking; verzoekt de Commissie concrete voorstellen te formuleren om de democratische controle van het Parlement op het EOF te vergroten door de procedures af te stemmen op die van het Instrument voor ontwikkelingssamenwerking; benadrukt tevens dat de Paritaire Parlementaire Vergadering ACS-EU een belangrijke rol speelt in het toezicht op het EOF;