28. stellt fest, dass gesellschaftliche Randgruppen häufig in schlechteren Stadtteilen wohnen; betont die Bedeutung der tatsächlichen Umsetzung von Programmen zur Stadtsanierung in benachteiligten Wohngegenden, in deren Rahmen integrierte und standortspezifische Ansätze
und Partnerschaften kombiniert, wirtschaftliche, soziale und territoriale Herausforderungen angegangen sowie das städtisch
e Umfeld verbessert werden und deren Schwerpunkt darüber hinaus auf verbesserten Anbindungen liegt, um diesen Gruppen einen besseren Zugang zu gew
...[+++]ähren; ist der Ansicht, dass die künftige EU-Städteagenda auf geeignete Weise die entscheidenden Herausforderungen und Bedürfnisse im Zusammenhang mit gesellschaftlichen Randgruppen in städtischen Gebieten in Angriff nehmen sollte, um das Entstehen von Gettogebieten zu verhindern und Segregation, Armut und gesellschaftliche Ausgrenzung erfolgreich zu bekämpfen; 28. merkt op dat gemarginaliseerde gemeenschappen vaak wonen in minder gunstige wijken; benadrukt het belang van de reële tenuitvoerlegging van stadsvernieuwingsprogramma's voor achtergestelde wijken, waarin geïntegreerde en plaatsgerichte
benaderingen worden gecombineerd en waarmee economische. sociale en territoriale uitdaginge
n worden aangepakt, en het stedelijke milieu wordt verbeterd, en waarbij tevens nadruk wordt gelegd op grotere connectiviteit, om deze gemeenschappen een betere toegang te verlenen; is van mening dat de toekomstige stedelijke ag
...[+++]enda van de EU op adequate wijze aandacht moet besteden aan de centrale uitdagingen en behoeften in verband met gemarginaliseerde gemeenschappen in stedelijke gebieden, teneinde het ontstaan van gettowijken te voorkomen en segregatie, armoede en sociale uitsluiting met succes te kunnen bestrijden;