Der Hof wird des Weiteren gefragt, ob Artikel 235ter des Strafprozessgesetzbuches die Rechte der Verteidigung beeinträchtige, indem die Parteien bei den Verfahren vor der Anklagekammer getrennt angehört würden und indem die Frist, über die sie verfügten, um ihre Verteidigung vorzubereiten, zu kurz wäre.
Het Hof dient nog te onderzoeken of artikel 235ter van het Wetboek van strafvordering de rechten van de verdediging aantast doordat bij de rechtspleging voor de kamer van inbeschuldigingstelling de partijen afzonderlijk worden gehoord en doordat de termijn waarover ze beschikken om hun verweer voor te bereiden te kort zou zijn.