Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Traduction de « angefochtene artikel 112 habe inhaltlich nichts » (Allemand → Néerlandais) :

Der angefochtene Artikel 112 habe inhaltlich nichts an Absatz 1 von Artikel 55 des Gesetzes vom 24. Oktober 2011 geändert; er diene ausschließlich dazu, einen materiellen Irrtum des Gesetzgebers zu beseitigen, indem die Bezugnahme auf « Artikel 55 » durch die Bezugnahme auf « Artikel 54 » ersetzt werde.

Het bestreden artikel 112 zou inhoudelijk niets aan het eerste lid van artikel 55 van de wet van 24 oktober 2011 hebben gewijzigd; het zou uitsluitend ertoe strekken een materiële vergissing van de wetgever recht te zetten door de verwijzing naar « artikel 55 » te vervangen door de verwijzing naar « artikel 54 ».


Daraus ergebe sich, dass im Falle der auf die Artikel 11 und 12 dieses Gesetzes begrenzten Nichtigerklärung keinerlei Übergangsmaßnahme oder abweichende Maßnahme auf sie Anwendung finden würde, da der - nicht angefochtene - Artikel 6 des Gesetzes vom 10. Juli 2016 zum Zweck habe, das Gesetz vom 4. April 2014 und somit dessen Artikel 49 aufzuheben, der die Übergangsmaß ...[+++]

Daaruit zou volgen dat in geval van vernietiging van alleen de artikelen 11 en 12 van die wet, geen enkele overgangsmaatregel of afwijkende maatregel op hen van toepassing zou zijn, aangezien het - niet-bestreden - artikel 6 van de wet van 10 juli 2016 tot doel heeft de wet van 4 april 2014 en derhalve artikel 49 van deze laatste wet op te heffen, dat de overgangsregeling instelde die de verzoekende partijen, volgens de Ministerraad en de tussenkomende partijen, op zich zouden willen zien toegepast worden.


Er führt im Wesentlichen an, dass die angefochtene Bestimmung nie habe angewandt werden können, so dass die klagenden Parteien nicht nachteilig von der Bestimmung betroffen gewesen sein könnten, die bis zu ihrer Ersetzung durch Artikel 92 des Programmgesetzes vom 10. August 2015 den Übergang der Interkommunalen, Zusammenarbeitsverbände und Projektvereinigungen im Sinne des angefochtenen Artikels 17 des Program ...[+++]

Hij betoogt in essentie dat aangezien de bestreden bepaling nooit kon worden toegepast, de verzoekende partijen niet ongunstig konden worden geraakt door de bepaling die, tot de vervanging ervan bij artikel 92 van de programmawet van 10 augustus 2015, de overgang naar de vennootschapsbelasting regelde van de in het bestreden artikel 17 van de programmawet van 19 december 2014 beoogde intercommunales, samenwerkingsverbanden en projectverenigingen.


Daraus ergebe sich, dass im Falle der auf die Artikel 11 und 12 dieses Gesetzes begrenzten Nichtigerklärung oder einstweiligen Aufhebung keinerlei Übergangsmaßnahme oder abweichende Maßnahme auf sie Anwendung finden würde, da der - nicht angefochtene - Artikel 6 des Gesetzes vom 10. Juli 2016 zum Zweck habe, das Gesetz vom 4. April 2014 und somit dessen Artikel 49 auf ...[+++]

Daaruit zou volgen dat in geval van vernietiging of schorsing van alleen de artikelen 11 en 12 van die wet, geen enkele overgangsmaatregel of afwijkende maatregel op hen van toepassing zou zijn, aangezien het - niet-bestreden - artikel 6 van de wet van 10 juli 2016 tot doel heeft de wet van 4 april 2014 en derhalve artikel 49 van deze laatste wet op te heffen, dat de overgangsregeling instelde die de verzoekende partijen, volgens de Ministerraad, op zich zouden willen zien toegepast worden.


Diese Parteien bemängeln in mehrfacher Hinsicht Gleichbehandlungen und Behandlungsunterschiede, die nicht vernünftig gerechtfertigt seien, da der Gesetzgeber den den Komplementärmagistraten gewährten Gehaltszuschlag abgeschafft habe (angefochtener Artikel 136 Absatz 2), während er ihre Mobilitätsregelung aufrechterhalten habe.

Die partijen hebben in meerdere opzichten kritiek op gelijke behandelingen en verschillen in behandeling, die niet redelijk verantwoord zouden zijn omdat de wetgever de weddebijslag die aan de toegevoegde magistraten wordt toegekend, heeft afgeschaft (het bestreden artikel 136, tweede lid), terwijl hij hun mobiliteitsregeling handhaaft.


Im zweiten Teil des ersten Klagegrunds in der Rechtssache Nr. 5879 und im ersten Teil des zweiten Klagegrunds in der Rechtssache Nr. 5880 führen die klagenden Parteien an, dass Artikel 119 des Gesetzes vom 28. Februar 2007 vor seiner Ersetzung durch das angefochtene Gesetz bestimmt habe, dass die Offiziere der Stufe B, die im Besitz eines Mastertitels seien, von Rechts wegen die Eigenschaft als Offizier der Stufe A erhielten, auf wenn dies frühestens bei der Ernennung in den Dienstgrad als Leutnant geschehe, und ebenfalls, dass Artik ...[+++]

In het tweede onderdeel van het eerste middel in de zaak nr. 5879 en in het eerste onderdeel van het tweede middel in de zaak nr. 5880 voeren de verzoekende partijen aan dat artikel 119 van de wet van 28 februari 2007, vóór de vervanging ervan bij de bestreden wet, bepaalde dat de officieren van niveau B die houder zijn van een master, van rechtswege worden opgenomen in de hoedanigheid van officier van niveau A, zij het ten vroegste bij de benoeming in de graad van luitenant, alsmede dat artikel 247 van de wet van 28 februari 2007, vóór de vervanging ervan bij de bestreden wet, erin voorzag dat iedere officier die in dienst was de dag vó ...[+++]


Die angefochtene Bestimmung schließt sich unmittelbar an die Richtlinie 2006/112/EG an, den der Europäische Gerichtshof für nicht im Widerspruch zu Artikel 47 der Charta der Grundrechte der Europäischen Union stehend befunden hat, in dem die von den klagenden Parteien angeführten Rechte ausdrücklich verankert sind.

De bestreden bepaling sluit rechtstreeks aan bij de richtlijn 2006/112/EG, waarvan het Hof van Justitie heeft geoordeeld dat zij niet strijdig is met artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, dat de door de verzoekende partijen aangevoerde rechten uitdrukkelijk verankert.


Die vorgebrachten Beschwerdegründe laufen zusammengefasst hinaus auf einen Verstoß gegen: - den Gleichheitsgrundsatz, indem ein nicht gerechtfertigter Behandlungsunterschied eingeführt werde (1) zwischen den juristischen Personen des öffentlichen Rechts und den Privatpersonen, insofern die Erstgenannten von dem Verfahrensrisiko befreit würden, wenn sie im Allgemeininteresse aufträten, und insofern diese Befreiung nicht gegenseitig sei, was ebenfalls die Waffengleichheit verletze, (2) zwischen den Rechtsuchenden je nachdem, ob sie gegenüber einer Privatperson oder einer juristischen Person des öffentlichen Rechts obsiegen würden, (3) zwis ...[+++]

De aangevoerde grieven komen samengevat neer op de schending van : - het gelijkheidsbeginsel, doordat een niet-verantwoord verschil in behandeling wordt ingesteld (1) tussen de publiekrechtelijke rechtspersonen en de privépersonen, in zoverre de eerstgenoemden worden vrijgesteld van het procesrisico indien zij optreden in het algemeen belang, en in zoverre die vrijstelling niet wederkerig is, hetgeen tevens afbreuk zou doen aan de wapengelijkheid, (2) tussen de rechtzoekenden, naargelang zij in het gelijk worden gesteld ten aanzien van een privépersoon of een publiekrechtelijke rechtspersoon, (3) tussen de procespartijen voor de Raad van ...[+++]


Das Argument, das daraus abgeleitet sei, dass die klagende Partei das Gesetz vom 26. Juli 1996 über die soziale Sicherheit nicht angefochten habe, sei nicht relevant, da die Existenz des durch die Artikel 26 ff. des Sondergesetzes vom 6. Januar 1989 über den Schiedshof organisierten präjudiziellen Streitverfahrens die Sinnlosigkeit dieser These beweise.

Het argument volgens hetwelk de verzoekende partij de wet van 26 juli 1996 betreffende de sociale zekerheid niet heeft aangevochten, is niet pertinent, aangezien het bestaan zelf van het prejudicieel contentieux dat door de artikelen 26 en volgende van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof is georganiseerd, de zinloosheid van die stelling aantoont.


Der Ministerrat fügt hinzu, dass die klagende Partei den obenerwähnten Artikel 10 Nr. 4 nicht angefochten habe und dass nicht ersichtlich sei, wie seine Verfassungsmässigkeit in der vorliegenden Klage in Frage gestellt werden könnte.

De Ministerraad voegt eraan toe dat de verzoekende partij het voormelde artikel 10, 4°, niet heeft aangevochten en dat men niet inziet hoe de grondwettigheid ervan in dit beroep in het geding zou kunnen worden gebracht.


w