Vertaling van " 2-gespräche verpflichtet haben " (Duits → Nederlands) :

1° in Absatz 1 werden die Wörter "die Diensteanbieter" durch folgende Wörter ersetzt: "die Diensteanbieter, die sich vor dem 31. Dezember 2017 konkret verpflichtet haben, sich in das Zertifizierungsverfahren einzuschalten, und diese Verpflichtung durch die Einreichung einer Bewerbungsakte über die Plattform www.label-entreprises.be bestätigt haben" ersetzt;
1° in het eerste lid, worden de woorden "de dienstverleners" vervangen door de woorden "de dienstverleners die zich concreet vóór 31 december 2017 in de labelingsprocedure hebben verbonden en die deze verbintenis hebben aangegaan met de indiening van een kandidatuurdossier via het platform www.label-entreprises.be";

In der Erwägung, dass der vorliegende Ministerielle Erlass darauf abzielt, die Frist für die vorübergehende Zulassung der Diensteanbieter zu verlängern, um es einer größtmöglichen Anzahl Diensteanbieter zu ermöglichen, die Auflagen zu erfüllen, die für die Erlangung der neuen Zertifizierung notwendig sind, unter der strengen Voraussetzung, dass Letztere sich vor dem 31. Dezember 2017 konkret verpflichtet haben, sich in das Zertifizierungsverfahren einzuschalten, und diese Verpflichtung durch die Einreichung einer Bewerbungsakte bestätigt haben;
Overwegende dat dit ministerieel besluit de verlenging van de tijdelijke erkenningstermijn van de dienstverleners beoogt om zoveel mogelijk verleners de mogelijkheid te geven om zich in orde te stellen met het behalen van het nieuwe label onder de strikte voorwaarde dat ze zich concreet vóór 31 december 2017 in de labelingsprocedure hebben verbonden en die deze verbintenis hebben aangegaan met de indiening van een kandidatuurdossier;

1° in Paragraf 2 werden die Wörter "die Diensteanbieter" durch folgende Wörter ersetzt: "die Diensteanbieter, die sich vor dem 31. Dezember 2017 konkret verpflichtet haben, sich in das Zertifizierungsverfahren einzuschalten, und diese Verpflichtung durch die Einreichung einer Bewerbungsakte über die Plattform www.label-entreprises.be bestätigt haben" ersetzt;
1° in paragraaf 2 worden de woorden "de dienstverleners" vervangen door de woorden "de dienstverleners die zich concreet vóór 31 december 2017 in de labelingsprocedure hebben verbonden en die deze verbintenis hebben aangegaan met de indiening van een kandidatuurdossier via het platform www.label-entreprises.be";

Verstößt Artikel 13 des Gesetzes vom 10. Januar 2010 zur Einführung des freiwilligen Militärdienstes und zur Abänderung verschiedener auf das Militärpersonal anwendbarer Gesetze, veröffentlicht im Belgischen Staatsblatt vom 12. Februar 2010, durch den Artikel 7 des Gesetzes vom 16. März 2000 über das Ausscheiden bestimmter Militärpersonen und die Aufhebung der Verpflichtung oder Wiederverpflichtung bestimmter Militäranwärter (...) abgeändert wurde, dadurch, dass er bestimmt, dass jeder Militäranwärter, dessen Verpflichtung oder Wiederverpflichtung aus einem anderen Grund als wegen medizinischer Untauglichkeit aufgehoben wird, der nicht länger Militäranwärter des aktiven Kaders ist und der insbesondere in der Eigenschaft als Berufsoffiziersanwärter mindestens sechzig Leistungspunkte an der Königlichen Militärschule oder einer anderen Anstalt des Hochschulwesens erworben hat, dazu gehalten ist, einen Teil der während der Ausbildung bezogenen Gehälter zurückzuzahlen, während die Rückzahlungspflicht vorher nur dann galt, wenn der Schüler seine Leistungsperiode nach der Erlangung eines Bachelor- oder Masterdiploms nicht absolvierte, gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, an sich oder in Verbindung mit dem Grundsatz der Rechtssicherheit, indem diese Bestimmung auf diejenigen, die sich unter der Geltung des früheren Gesetzes in der Armee verpflichtet hatten und zum Zeitpunkt des Inkrafttretens bereits sechzig Leistungspunkte erworben hatten, ohne aber den Bachelor- oder Mastergrad erworben zu haben, und auf die anderen Anwärter, die sich nach dem Inkrafttreten des neuen Gesetzes verpflichtet haben und denen die mit dem Erwerb von sechzig Leistungspunkten verbundenen Folgen, was die Rückzahlungspflicht betrifft, somit durchaus bekannt waren, gleichermaßen Anwendung findet und die teilweise Rückzahlung unterschiedslos die vom Militäranwärter vor und nach dem Inkrafttreten des Gesetzes vom 10. Januar 2010 bezogenen Gehälter betrifft?
Schendt artikel 13 van de wet van 10 januari 2010 tot instelling van de vrijwillige militaire inzet en tot wijziging van verschillende wetten van toepassing op het militair personeel, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 12 februari 2010, dat artikel 7 van de wet van 16 maart 2000 betreffende het ontslag van bepaalde militairen en de verbreking van de dienstneming of wederdienstneming van bepaalde kandidaat-militairen (...) wijzigt, in zoverre het bepaalt dat elke kandidaat wiens dienstneming of wederdienstneming verbroken wordt wegens een andere reden dan wegens medische ongeschiktheid, die ophoudt kandidaat-militair van het actief kader te zijn en die, meer bepaald, in de hoedanigheid van kandidaat-beroepsofficier, ten minste 60 studiepunten heeft behaald in de Koninklijk Militaire School of in een andere instelling van het hoger onderwijs ertoe gehouden is om een gedeelte van de tijdens de vorming genoten wedden terug te betalen, terwijl er voordien enkel een verplichting tot terugbetaling was indien de leerling zijn rendementsperiode niet voltooide na het behalen van een bachelor- of masterdiploma, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met het beginsel van rechtszekerheid, in zoverre die bepaling op dezelfde manier geldt voor diegenen die in het leger dienst hadden genomen onder de gelding van de vroegere wet en, op het ogenblik van de inwerkingtreding, reeds 60 studiepunten hadden behaald maar niet de graad van bachelor of master, en voor de andere kandidaten die dienst hebben genomen na de inwerkingtreding van de nieuwe wet en die bijgevolg zeer goed op de hoogte waren van de gevolgen verbonden aan het behalen van 60 studiepunten wat de verplichting tot terugbetaling betreft, en in zoverre de gedeeltelijke terugbetaling zonder onderscheid betrekking heeft op de wedden die een kandidaat-militair heeft ontvangen vóór en na de inwerkingtreding van de wet van 10 januari 2010 ?

2. Verstößt Artikel 13 des Gesetzes vom 10. Januar 2010 zur Einführung des freiwilligen Militärdienstes und zur Abänderung verschiedener auf das Militärpersonal anwendbarer Gesetze, veröffentlicht im Belgischen Staatsblatt vom 12. Februar 2010, durch den Artikel 7 des Gesetzes vom 16. März 2000 über das Ausscheiden bestimmter Militärpersonen und die Aufhebung der Verpflichtung oder Wiederverpflichtung bestimmter Militäranwärter (...) abgeändert wurde, dadurch, dass er bestimmt, dass jeder Militäranwärter, dessen Verpflichtung oder Wiederverpflichtung aus einem anderen Grund als wegen medizinischer Untauglichkeit aufgehoben wird, der nicht länger Militäranwärter des aktiven Kaders ist und der insbesondere in der Eigenschaft als Berufsoffiziersanwärter mindestens sechzig Leistungspunkte an der Königlichen Militärschule oder einer anderen Anstalt des Hochschulwesens erworben hat, dazu gehalten ist, einen Teil der während der Ausbildung bezogenen Gehälter zurückzuzahlen, während die Rückzahlungspflicht vorher nur dann galt, wenn der Schüler seine Leistungsperiode nach der Erlangung eines Bachelor- oder Masterdiploms nicht absolvierte, gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, an sich oder in Verbindung mit dem Grundsatz der Rechtssicherheit, indem diese Bestimmung auf diejenigen, die sich unter der Geltung des früheren Gesetzes in der Armee verpflichtet hatten, und auf die anderen Anwärter, die sich nach dem Inkrafttreten des neuen Gesetzes verpflichtet haben und denen die mit dem Erwerb von sechzig Leistungspunkten verbundenen Folgen, was die Rückzahlungspflicht betrifft, somit durchaus bekannt waren, gleichermaßen Anwendung findet und die teilweise Rückzahlung unterschiedslos die vom Militäranwärter vor und nach dem Inkrafttreten des Gesetzes vom 10. Januar 2010 bezogenen Gehälter betrifft?
2. Schendt artikel 13 van de wet van 10 januari 2010 tot instelling van de vrijwillige militaire inzet en tot wijziging van verschillende wetten van toepassing op het militair personeel, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 12 februari 2010, dat artikel 7 van de wet van 16 maart 2000 betreffende het ontslag van bepaalde militairen en de verbreking van de dienstneming of wederdienstneming van bepaalde kandidaat-militairen (...) wijzigt, in zoverre het bepaalt dat elke kandidaat wiens dienstneming of wederdienstneming verbroken wordt wegens een andere reden dan wegens medische ongeschiktheid, die ophoudt kandidaat-militair van het actief kader te zijn en die, meer bepaald, in de hoedanigheid van kandidaat-beroepsofficier, ten minste 60 studiepunten heeft behaald in de Koninklijk Militaire School of in een andere instelling van het hoger onderwijs ertoe gehouden is om een gedeelte van de tijdens de vorming genoten wedden terug te betalen, terwijl er voordien enkel een verplichting tot terugbetaling was indien de leerling zijn rendementsperiode niet voltooide na het behalen van een bachelor- of masterdiploma, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met het beginsel van rechtszekerheid, in zoverre die bepaling op dezelfde manier geldt voor diegenen die in het leger dienst hadden genomen onder de gelding van de vroegere wet, en voor de andere kandidaten die dienst hebben genomen na de inwerkingtreding van de nieuwe wet en die bijgevolg zeer goed op de hoogte waren van de gevolgen verbonden aan het behalen van 60 studiepunten wat de verplichting tot terugbetaling betreft, en in zoverre de gedeeltelijke terugbetaling zonder onderscheid betrekking heeft op de wedden die een kandidaat-militair heeft ontvangen vóór en na de inwerkingtreding van de wet van 10 januari 2010 ?

23. fordert die Russische Föderation auf, ihren Verpflichtungen hinsichtlich des Rückzugs russischer Truppen und Waffen aus dem Gebiet der Republik Moldau nachzukommen, die sie 1996 im Europarat eingegangen ist und die in die Beschlüsse des OSZE-Gipfels in Istanbul von 1999 und des OSZE-Ministerrates in Porto von 2002 eingeflossen sind; erklärt sich besorgt darüber, dass diesbezüglich keinerlei Fortschritt erzielt wurde; hebt hervor, dass sich alle Teilnehmer der 5+2-Gespräche verpflichtet haben, den Konflikt auf der Grundlage der territorialen Integrität der Republik Moldau zu lösen; fordert Russland auf, im Rahmen der Minsk-Gruppe eine konstruktive Rolle bei den Bemühungen um die Lösung des langwierigen Konflikts in Nagorny Karabach einzunehmen;
23. verzoekt de Russische Federatie haar toezeggingen aan de Raad van Europa in 1996, die ook waren weerspiegeld in de besluiten van de OVSE-top (Istanbul 1999 en Porto 2002), na te komen met betrekking tot de terugtrekking van Russische troepen en wapens uit Moldavisch grondgebied; uit zijn bezorgdheid over het gebrek aan vooruitgang in deze kwestie; onderstreept het feit dat alle partijen van de 5+2-besprekingen zich willen inzetten om het conflict op te lossen op basis van de territoriale integriteit van de Republiek Moldavië; verzoekt Rusland een constructieve rol op zich te nemen bij de inspanningen om het voortslepende conflict in Nagorno-Karabach op te lossen, in het kader van de Minskgroep;

17. fordert die Russische Föderation auf, ihre Verpflichtungen hinsichtlich des Rückzugs russischer Truppen und Waffen aus Moldau zu erfüllen, die sie 1996 im Europarat eingegangen ist und die sich in den Beschlüssen des OSZE‑Gipfels in Istanbul von 1999 und des OSZE-Ministerrates in Porto von 2002 widerspiegeln; erklärt sich besorgt darüber, dass diesbezüglich keinerlei Fortschritt erzielt wurde; hebt hervor, dass sich alle Teilnehmer der 5+2‑Gespräche verpflichtet haben, den Konflikt auf der Grundlage der territorialen Integrität der Republik Moldau zu lösen; fordert Russland auf, im Rahmen der Minsk-Gruppe eine konstruktive Rolle bei den Bemühungen um die Lösung des langwierigen Konflikts in Nagorny Karabach einzunehmen, und fordert die EU auf, auch zukünftig aktiv vertrauensbildende Maßnahmen zu unterstützen, um den Prozess voranzutreiben;
17. verzoekt de Russische Federatie haar toezeggingen aan de Raad van Europa in 1996, die ook waren weerspiegeld in de besluiten van de OVSE-top (Istanbul 1999 en Oporto 2002) na te komen, met betrekking tot de terugtrekking van Russische troepen en wapens uit Moldavisch grondgebied; uit zijn bezorgdheid over het gebrek aan vooruitgang in deze kwestie; onderstreept het feit dat alle partijen van de 5+2-besprekingen zich willen inzetten om het conflict op te lossen op basis van de territoriale integriteit van de Republiek Moldavië; verzoekt Rusland een constructieve rol op zich te nemen bij de inspanningen om het voortslepende conflict in Nagorno-Karabach op te lossen, in het kader van de groep van Minsk, en verzoekt de EU vertrouwenwekkende maatregelen actief te blijven steunen om het proces vooruit te helpen;

18. fordert die Russische Föderation auf, ihre Verpflichtungen hinsichtlich des Rückzugs russischer Truppen und Waffen aus Moldau zu erfüllen, die sie 1996 im Europarat eingegangen ist und die sich in den Entscheidungen des OSZE‑Gipfels in Istanbul von 1999 und des OSZE-Ministerrates in Porto von 2002 widerspiegeln; äußert sich besorgt darüber, dass diesbezüglich keinerlei Fortschritt erzielt wurde; hebt hervor, dass sich alle Teilnehmer der 5+2‑Gespräche verpflichtet haben, den Konflikt auf der Grundlage der territorialen Integrität der Republik Moldau zu lösen; fordert daher die Einrichtung einer zivilen Friedensmission in der Region Transnistrien der Republik Moldau;
18. verzoekt de Russische Federatie haar toezeggingen aan de Raad van Europa in 1996, die ook waren weerspiegeld in de besluiten van de OVSE-top (Istanbul 1999 en Oporto 2002), na te komen met betrekking tot de terugtrekking van Russische troepen en wapens uit Moldavisch grondgebied; uit zijn bezorgdheid over het gebrek aan vooruitgang in deze kwestie; onderstreept het feit dat alle partijen van de 5+2-besprekingen zich willen inzetten om het conflict op te lossen op basis van de territoriale integriteit van de Republiek Moldavië; dringt daarom aan op de oprichting van een civiele vredeshandhavingsmissie in de Transnistrische regio van de Republiek Moldavië;

23. fordert die Russische Föderation auf, ihren Verpflichtungen hinsichtlich des Rückzugs russischer Truppen und Waffen aus dem Gebiet der Republik Moldau nachzukommen, die sie 1996 im Europarat eingegangen ist und die in die Beschlüsse des OSZE‑Gipfels in Istanbul von 1999 und des OSZE-Ministerrates in Porto von 2002 eingeflossen sind; erklärt sich besorgt darüber, dass diesbezüglich keinerlei Fortschritt erzielt wurde; hebt hervor, dass sich alle Teilnehmer der 5+2‑Gespräche verpflichtet haben, den Konflikt auf der Grundlage der territorialen Integrität der Republik Moldau zu lösen; fordert Russland auf, im Rahmen der Minsk-Gruppe eine konstruktive Rolle bei den Bemühungen um die Lösung des langwierigen Konflikts in Nagorny Karabach einzunehmen;
23. verzoekt de Russische Federatie haar toezeggingen aan de Raad van Europa in 1996, die ook waren weerspiegeld in de besluiten van de OVSE-top (Istanbul 1999 en Porto 2002), na te komen met betrekking tot de terugtrekking van Russische troepen en wapens uit Moldavisch grondgebied; uit zijn bezorgdheid over het gebrek aan vooruitgang in deze kwestie; onderstreept het feit dat alle partijen van de 5+2-besprekingen zich willen inzetten om het conflict op te lossen op basis van de territoriale integriteit van de Republiek Moldavië; verzoekt Rusland een constructieve rol op zich te nemen bij de inspanningen om het voortslepende conflict in Nagorno-Karabach op te lossen, in het kader van de Minskgroep;

23. erinnert daran, dass sich die Mitgliedstaaten dazu verpflichtet haben, sich um eine Reform der Fiskalpolitik im Rahmen des Euro-Plus-Pakts zu bemühen und regelmäßig Gespräche über die Übernahme bewährter Verfahren zu führen;
23. brengt in herinnering dat de lidstaten zich ertoe hebben verplicht het begrotingsbeleid in het kader van het Euro Plus-pact te hervormen, en geregeld overleg te plegen over de implementatie van optimale praktijken;