40. würdigt die Rolle des zeitweiligen Aussetzens der Aktivit
äten – der fischereibiologischen Schonzeiten – als wichtiges Mittel zum Schutz der Fischereiressourcen mit nachgewiesener Wirksamkeit sowie als grund
legendes Instrument einer nachhaltigen Bewirtschaftung bestimmter Fischereien; anerkennt, dass die Ei
nführung biologisch begründeter Schonzeiten in besti
mmten kritischen Phasen ...[+++] des Lebenszyklus der Arten eine Entwicklung der Bestände ermöglicht, die mit der Aufrechterhaltung der Fischereiaktivitäten außerhalb der Schonzeit vereinbar ist; ist der Auffassung, dass es unter diesen Umständen gerecht und notwend
ig ist, die Fischer während der inaktiven Zeiten insbesondere durch den EMFF finanziell zu entschädigen;
40. erkent dat tijdelijke vang
stverboden, ook wel biologische rustperioden genoemd, een belangrijk
en beproefd middel zijn om visbestanden in stand te houden alsook een essentieel instrument zijn voor duurzaam beheer van specifieke visserijtakken; erkent dat het instellen van vangstverboden
tijdens specifieke kritieke stadia in de levenscyclus van een vissoort bijdraagt tot de ontwikkeling van visbestanden op een manier die vergelijkba
ar is met ...[+++]bevissing buiten de rustperiode; is van mening dat het onder deze omstandigheden eerlijk en noodzakelijk is om vissers tijdens de periode van inactiviteit financieel tegemoet te komen, met name via het EFMZV;