Bezüglich der kooptierten Senatoren bestimmt Artikel 68 § 2 der Verfassung: « Die in Artikel 67 § 1 Nr. 6 und 7 vorgesehenen Senatssitze werden nach dem durch Gesetz festgelegten System der verhältnismäßigen Vertretung auf der Grundlage der Addition - gemäß den durch Gesetz vorgesehenen Modalitäten - der Wahlziffern, die die Listen bei den Wahlen zur Abgeordnetenkammer erzielt haben, auf die Listen verteilt.
Met betrekking tot de gecoöpteerde senatoren bepaalt artikel 68, § 2, van de Grondwet : « De Senaatszetels bedoeld in artikel 67, § 1, 6° en 7°, worden verdeeld onder de lijsten overeenkomstig de bij de wet bepaalde regels op grond van de optelling van de stemcijfers van de lijsten, behaald bij de verkiezingen voor de Kamer van volksvertegenwoordigers, volgens het door de wet bepaalde stelsel van evenredige vertegenwoordiging.