Vertaling van "richtlinie audiovisuelle mediendienste in seiner kodifizierten form " (Duits → Nederlands) :

Der Bericht über den Vorschlag zur Richtlinie über audiovisuelle Mediendienste in seiner kodifizierten Form, der in der Plenarsitzung vorgelegt wurde, ist eine rein technische und rechtliche Maßnahme, deren Vorteile jedoch zweifelsfrei sind.
Het verslag over het voorstel voor de gecodificeerde versie van een richtlijn audiovisuele mediadiensten, dat vóór de plenaire zitting is ingediend, is een louter technische en juridische maatregel die ontegenzeglijk voordelen heeft.

Ist Art 1 Abs 1 lit b der Richtlinie 2010/13/EU (1) des Europäischen Parlaments und des Rates vom 10. März 2010 zur Koordinierung bestimmter Rechts- und Verwaltungsvorschriften der Mitgliedstaaten über die Bereitstellung audiovisueller Mediendienste (Richtlinie über audiovisuelle Mediendienste) dahingehend auszulegen, dass von einer in Form und Inhalt erforderlichen Vergleichbarkeit eines in Prüfung stehenden Dienstes mit Fernsehprogrammen dann ausgegangen werden kann, wenn derartige Dienste auch in Fernsehprogrammen angeboten werden, die als Massenmedien angesehen werden können, welche für den Empfang durch einen wesentlichen Teil der Allgemeinheit bestimmt sind und bei dieser deutliche Wirkung entfalten können.
Moet artikel 1, lid 1, sub b, van richtlijn 2010/13/EU (1) van het Europees Parlement en de Raad van 10 maart 2010 betreffende de coördinatie van bepaalde wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in de lidstaten inzake het aanbieden van audiovisuele mediadiensten (richtlijn audiovisuele mediadiensten) aldus worden uitgelegd dat de vorm en de inhoud van een te beoordelen dienst kunnen worden geacht vergelijkbaar te zijn met televisie-uitzendingen indien dergelijke diensten ook door televisieomroepdiensten worden aangeboden die als massamedia kunnen worden beschouwd en bestemd zijn voor ontvangst door, en een duidelijke impact kunnen hebben op, een significant deel van het publiek?

Am 10. März 2010 wurden die Bestimmungen der ursprünglichen Richtlinie „Fernsehen ohne Grenzen“ mit den Bestimmungen der Änderungsrichtlinien in einer kodifizierten Fassung der jetzigen Richtlinie „audiovisuelle Mediendienste” zusammengefasst.
Op 10 maart 2010 werden de bepalingen van de oorspronkelijke richtlijn "Televisie zonder grenzen" met de bepalingen van de wijzigingsrichtlijnen samengevoegd tot de gecodificeerde versie van wat nu de richtlijn "Audiovisuele mediadiensten" heet.

M. in der Erwägung, dass die derzeitigen Regelungen der Richtlinie 2010/13/EU des Europäischen Parlaments und des Rates vom 10. März 2010 zur Koordinierung bestimmter Rechts- und Verwaltungsvorschriften der Mitgliedstaaten über die Bereitstellung audiovisueller Mediendienste (Richtlinie über audiovisuelle Mediendienste – AVMD-RL) auf dem Grundsatz der Technologieneutralität beruhen, dass sie die voranschreitende technische Verschmelzung noch nicht abbilden und insbesondere die abgestufte Regulierung, die zwischen Fernsehprogramm (inklusive Webcasting und Livestreaming) und audiovisuellen Mediendiensten auf Abruf differenziert, in der bestehenden Form an Bedeutung verlieren könnte, obwohl unterschiedlich regulierte Informations- und Kommunikationsdienste – auch jene, die nicht in den Anwendungsbereich der Richtlinie über audiovisuelle Mediendienste (AVMD-RL) fallen, sondern in den Bereich der Richtlinie über den elektronischen Geschäftsverkehr, oder bei außereuropäischen Angeboten keiner EU-Medienregulierung unterliegen – auf ein und demselben Gerät verfügbar sind, was sowohl zu ungleichen Wettbewerbsbedingungen und inakzeptablen Diskrepanzen beim Schutz der Nutzer führen kann als auch neue Fragen bezüglich des Zugangs, der Art der Verbreitung und der Auffindbarkeit von Inhalten, unabhängig ihrer Mediengattung, aufwirft;
M. overwegende dat de huidige bepalingen van Richtlijn 2010/13/EU van het Europees Parlement en de Raad van 10 maart 2010 betreffende de coördinatie van bepaalde wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in de lidstaten inzake het aanbieden van audiovisuele mediadiensten (richtlijn audiovisuele mediadiensten ‑ avmd-richtlijn) op het beginsel van technologieneutraliteit gebaseerd zijn en nog niet op de voortgaande technische versmelting afgestemd zijn en dat met name de getrapte regulering die onderscheid maakt tussen tv-uitzendingen (inclusief webcasting en livestreaming) en audiovisuele mediadiensten op afroep, in haar huidige vorm aan betekenis kan verliezen, terwijl informatie- en communicatiediensten die onder verschillende regelingen vallen ‑ ook die welke niet onder de richtlijn audiovisuele mediadiensten (avmd-richtlijn), maar onder de richtlijn e-handel of, in het geval van aanbieding van diensten uit derde landen, in het geheel niet onder de mediaregelgeving van de EU vallen ‑ wel met een en hetzelfde apparaat toegankelijk zijn, hetgeen tot ongelijke concurrentievoorwaarden en onaanvaardbare discrepanties in de bescherming van de gebruiker kan leiden en bovendien nieuwe vragen oproept met betrekking tot de toegang, de vorm van verspreiding en de vindbaarheid van inhoud, ongeacht de aard van het medium;

M. in der Erwägung, dass die derzeitigen Regelungen der Richtlinie 2010/13/EU des Europäischen Parlaments und des Rates vom 10. März 2010 zur Koordinierung bestimmter Rechts- und Verwaltungsvorschriften der Mitgliedstaaten über die Bereitstellung audiovisueller Mediendienste (Richtlinie über audiovisuelle Mediendienste – AVMD-RL) auf dem Grundsatz der Technologieneutralität beruhen, dass sie die voranschreitende technische Verschmelzung noch nicht abbilden und insbesondere die abgestufte Regulierung, die zwischen Fernsehprogramm (inklusive Webcasting und Livestreaming) und audiovisuellen Mediendiensten auf Abruf differenziert, in der bestehenden Form an Bedeutung verlieren könnte, obwohl unterschiedlich regulierte Informations- und Kommunikationsdienste – auch jene, die nicht in den Anwendungsbereich der Richtlinie über audiovisuelle Mediendienste (AVMD-RL) fallen, sondern in den Bereich der Richtlinie über den elektronischen Geschäftsverkehr, oder bei außereuropäischen Angeboten keiner EU-Medienregulierung unterliegen – auf ein und demselben Gerät verfügbar sind, was sowohl zu ungleichen Wettbewerbsbedingungen und inakzeptablen Diskrepanzen beim Schutz der Nutzer führen kann als auch neue Fragen bezüglich des Zugangs, der Art der Verbreitung und der Auffindbarkeit von Inhalten, unabhängig ihrer Mediengattung, aufwirft;
M. overwegende dat de huidige bepalingen van Richtlijn 2010/13/EU van het Europees Parlement en de Raad van 10 maart 2010 betreffende de coördinatie van bepaalde wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in de lidstaten inzake het aanbieden van audiovisuele mediadiensten (richtlijn audiovisuele mediadiensten - avmd-richtlijn) op het beginsel van technologieneutraliteit gebaseerd zijn en nog niet op de voortgaande technische versmelting afgestemd zijn en dat met name de getrapte regulering die onderscheid maakt tussen tv-uitzendingen (inclusief webcasting en livestreaming) en audiovisuele mediadiensten op afroep, in haar huidige vorm aan betekenis kan verliezen, terwijl informatie- en communicatiediensten die onder verschillende regelingen vallen - ook die welke niet onder de richtlijn audiovisuele mediadiensten (avmd-richtlijn), maar onder de richtlijn e-handel of, in het geval van aanbieding van diensten uit derde landen, in het geheel niet onder de mediaregelgeving van de EU vallen - wel met een en hetzelfde apparaat toegankelijk zijn, hetgeen tot ongelijke concurrentievoorwaarden en onaanvaardbare discrepanties in de bescherming van de gebruiker kan leiden en bovendien nieuwe vragen oproept met betrekking tot de toegang, de vorm van verspreiding en de vindbaarheid van inhoud, ongeacht de aard van het medium;

Der Inhalt, Ton und die Bilder, die den Fernsehzuschauern in ganz Europa vom Fernsehsender Al-Aqsa angeboten werden, der im Besitz der Terrororganisation Hamas ist und von ihr verwaltet wird, stellen unzweifelhaft eine Form der Anstachelung zum Hass gemäß Artikel 3 b der Richtlinie über audiovisuelle Mediendienste (Richtlinie 2007/65/EG ) dar, in der Folgendes festgeschrieben ist: „Die Mitgliedstaaten sorgen mit angemessenen Mitteln dafür, dass die audiovisuellen Mediendienste, die von den ihrer Rechtshoheit unterworfenen Mediendiensteanbietern bereitgestellt werden, nicht zu Hass aufgrund von Rasse, Geschlecht, Religion oder Staatsangehörigkeit aufstacheln.“
De inhoud, teneur en beelden die Al-Aqsa – een tv-zender die eigendom is van en wordt beheerd door de terroristische organisatie Hamas – kijkers in Europa bieden, zijn ontegenzeggelijk een vorm van aanzetting tot haat op grond van artikel 3 b van de richtlijn inzake audiovisuele mediadiensten (Richtlijn 2007/65/EG ) waarin staat: "De lidstaten zorgen er met passende middelen voor dat de audiovisuele mediadiensten die door onder hun bevoegdheid vallende mediadiensten worden aangeboden, niet aanzetten tot haat op grond van ras, geslacht, godsdienst of nationaliteit".

Der Inhalt, Ton und die Bilder, die den Fernsehzuschauern in ganz Europa vom Fernsehsender Al-Aqsa angeboten werden, der im Besitz der Terrororganisation Hamas ist und von ihr verwaltet wird, stellen unzweifelhaft eine Form der Anstachelung zum Hass gemäß Artikel 3 b der Richtlinie über audiovisuelle Mediendienste (Richtlinie 2007/65/EG) dar, in der Folgendes festgeschrieben ist: „Die Mitgliedstaaten sorgen mit angemessenen Mitteln dafür, dass die audiovisuellen Mediendienste, die von den ihrer Rechtshoheit unterworfenen Mediendiensteanbietern bereitgestellt werden, nicht zu Hass aufgrund von Rasse, Geschlecht, Religion oder Staatsangehörigkeit aufstacheln”.
De inhoud, teneur en beelden die Al-Aqsa – een tv-zender die eigendom is van en wordt beheerd door de terroristische organisatie Hamas – kijkers in Europa bieden, zijn ontegenzeggelijk een vorm van aanzetting tot haat op grond van artikel 3 b van de richtlijn inzake audiovisuele mediadiensten (Richtlijn 2007/65/EG) waarin staat: ”De lidstaten zorgen er met passende middelen voor dat de audiovisuele mediadiensten die door onder hun bevoegdheid vallende mediadiensten worden aangeboden, niet aanzetten tot haat op grond van ras, geslacht, godsdienst of nationaliteit”.