Die Berichterstatterin erinnert jedoch daran, dass nach dem Urteil des Europäischen Gerichtshofs (EuGH) in der Rechtssache Brita (Rechtssache C-386/08) vom 25. Februar 2010 Folgendes gilt: „Die Zollbehörden des Einfuhrmitgliedstaats können die durch das [.] Europa-Mittelmeer-Abkommen [.] eingeführte Gewährung der Präferenzbehandlung verweigern, wenn die betreffenden Waren ihren Ursprung im Westjordanland haben“.
Uw rapporteur wijst er nogmaals op dat de douane-instanties van de invoerende lidstaten volgens het arrest van het Europees Hof van Justitie in de zaak Brita (zaak C-368/08) van 25 februari 2010 de preferentiële behandeling overeenkomstig de Euromediterrane overeenkomst kunnen weigeren indien de goederen in kwestie afkomstig zijn van de Westelijke Jordaanoever.