(4) Hat der EFTA-Staat die in Abschnitt 16.3.1 Randnummer 1 Buchstabe d) vorgesehene Verpflichtung innerhalb der Frist von sechs Monaten nicht eingehalten und wurde kein hinreichend begründeter Antrag auf Verlängerung gestellt, so leitet die EFTA-Überwachungsbehörde das Verfahren gemäß Artikel 1 Absatz 2 des Protokolls 3 zum Überwachungs- und Gerichtsabkommen ein.
(4) Wanneer de EVA-staat niet binnen een termijn van zes maanden de in punt 16.3.1(1), onder d), genoemde toezegging nakomt en geen naar behoren met redenen omkleed verzoek om verlenging van deze termijn heeft ingediend, leidt de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA de procedure van artikel 1, lid 2, van Protocol nr. 3 van de TA- en Hof-overeenkomst in.