Vertaling van "mitglieder beiden organisationen jeweils " (Duits → Nederlands) :

Die grundlegende Anforderung für eine Mitgliedschaft sowohl im ENQA als auch im EQAR ist die Einhaltung der Standards und Leitlinien für die Qualitätssicherung im Europäischen Hochschulraum. Einige, jedoch nicht alle, Mitglieder gehören beiden Organisationen an.
De belangrijkste toelatingseis voor zowel de ENQA als het EQAR is dat de Europese standaarden en richtsnoeren moeten worden nageleefd en de twee instanties hebben dan ook voor een deel dezelfde leden.

60. fordert eine bessere strategische Abstimmung zwischen der EU und der NATO im Bereich der maritimen Sicherheit, da die Mitglieder der beiden Organisationen jeweils nur über eine Flottenstreitmacht verfügen; ist der Auffassung, dass die zukünftige Strategie zur Maritimen Sicherheit der EU von der entsprechenden Strategie der NATO unabhängig sein bzw. sie ergänzen sollte, sodass durch optimale Ausnutzung der begrenzten maritimen Ressourcen möglichst viele der oben erwähnten Herausforderungen in Angriff genommen werden können; begrüßt die positiven Ergebnisse der Zusammenlegung der operativen Hauptquartiere der beiden Organisationen in Northwood; ist der Auffassung, dass sich die EU auf den eindeutigen Zusatznutzen konzentrieren sollte, der sich aus ihrem umfassenden Ansatz zur Begegnung vielschichtiger Herausforderungen ergibt und der bereits bei der diplomatischen, finanziellen und rechtlichen Weiterverfolgung des effektiven Kampfs gegen Piraterie durch Atalanta deutlich zutage getreten ist; fordert weitere Verbesserungen hinsichtlich des Austauschs von Informationen zwischen der NATO und der EU sowie eine verstärkte Abstimmung mit anderen internationalen Akteuren;
60. roept op tot meer strategische coördinatie tussen de EU en de NAVO op het gebied van maritieme veiligheid, aangezien de lidstaten van de twee organisaties maar één zeemacht hebben; is van mening dat de toekomstige maritieme veiligheidsstrategie van de EU onafhankelijk moet zijn van de strategie van de Alliantie, maar deze moet aanvullen, om zo veel mogelijk van de bovenvermelde uitdagingen aan te pakken en een optimaal gebruik van de beperkte maritieme vermogens te garanderen; verheugt zich over de positieve resultaten als gevolg van de gezamenlijke locatie van de operationele hoofdkwartieren van de twee organisaties in Northwood; is van mening dat de EU haar aandacht moet richten op de duidelijke meerwaarde van haar alomvattende aanpak van veelzijdige uitdagingen, zoals zij die heeft laten zien bij de diplomatieke, financiële en juridische follow-up van de doeltreffende bestrijding van piraterij door Atalanta; roept op tot verdere verbeteringen in de informatie-uitwisseling tussen de NAVO en de EU, evenals tot een intensievere coördinatie met andere internationale actoren;

" Die Regierung bezeichnet den Vorsitzenden und die beiden stellvertretenden Vorsitzenden unter den in Absatz 3, 2° bis 4° genannten Vertretern der Minister und ernennt die Mitglieder des Ausschusses auf Vorschlag der von ihnen vertretenen Organisationen" .
" De Regering wijst de voorzitter en de twee ondervoorzitters onder de vertegenwoordigers van de Ministers bedoeld in het derde lid, 2° tot 4° aan en benoemt de commissieleden op de voordracht van de organisaties die ze vertegenwoordigen" .

20. stellt fest, dass die "Berlin-Plus"-Vereinbarungen, die der Europäischen Union ermöglichen, sich der NATO-Mittel und -Kapazitäten zu bedienen, jetzt verbessert werden müssen, damit die beiden Organisationen in derzeitigen Krisensituationen, die vielfältige zivile und militärische Reaktionen erfordern, intervenieren und wirksam helfen können; hält es daher für notwendig, die Beziehungen zwischen der NATO und der Europäischen Union weiter auszubauen und dauerhafte Strukturen der Zusammenarbeit zu schaffen, wobei die Unabhängigkeit und die Autonomie beider Organisationen zu berücksichtigen ist und die Beteiligung aller NATO-Mitglieder und aller EU-Mitgliedstaaten, die eingebunden werden wollen, nicht ausgeschlossen werden darf;
20. merkt op dat de Berlijn-plus regelingen, die de EU in staat stellen een beroep te doen op NAVO-middelen en -capaciteiten, verbeterd moeten worden om beide organisaties in de gelegenheid te stellen in te grijpen en effectief op te treden in crisissituaties die vragen om een brede (multi-task) civiel-militaire respons; acht het derhalve noodzakelijk om de relatie tussen de EU en de NAVO verder te ontwikkelen door permanente samenwerkingsstructuren te creëren, met inachtneming van het onafhankelijke en autonome karakter van beide organisaties en zonder enige lidstaat van de NAVO of van de EU die wil deelnemen, uit te sluiten;

19. stellt fest, dass die „Berlin-Plus“-Vereinbarungen, die der EU ermöglichen, sich der NATO-Mittel und -Fähigkeiten zu bedienen, jetzt verbessert werden müssen, damit die beiden Organisationen in derzeitigen Krisensituationen, die vielfältige zivile und militärische Reaktionen erfordern, intervenieren und wirksam helfen können; hält es daher für notwendig, die Beziehungen zwischen der NATO und der EU weiter auszubauen und dauerhafte Strukturen der Zusammenarbeit zu schaffen, wobei die Unabhängigkeit und die Autonomie beider Organisationen zu berücksichtigen ist und die Beteiligung aller NATO-Mitglieder und aller EU-Mitgliedstaaten, die eingebunden werden wollen, nicht ausgeschlossen werden darf;
19. merkt op dat de Berlijn-plus regelingen, die de EU in staat stellen een beroep te doen op NAVO-middelen en -capaciteiten, verbeterd moeten worden om beide organisaties in de gelegenheid te stellen in te grijpen en effectief op te treden in crisissituaties die vragen om een brede (multi-task) civiel-militaire respons; acht het derhalve noodzakelijk om de relatie tussen de EU en de NAVO verder te ontwikkelen door permanente samenwerkingsstructuren te creëren, met inachtneming van het onafhankelijke en autonome karakter van beide organisaties en zonder lidstaten van de NAVO of van de EU van deelneming, indien zij zulks wensen, uit te sluiten;

Der Hof bemerkt, dass nicht behauptet wird, die Anwendung dieser Modalitäten führe dazu, dass ein wesentlicher Teil der Arbeitnehmer der NGBE die tatsächlich einer innerhalb der NGBE tätigen Gewerkschaftsorganisation angeschlossen seien, nicht durch ihre(n) Vertreter im strategischen Ausschuss vertreten würde; aus den Akten geht im Gegenteil hervor, dass drei der vier Gewerkschaftsorganisationen - und indirekt ihre Mitglieder - im strategischen Ausschuss vertreten sind, darunter die beiden Organisationen mit der grössten Anzahl Mitglieder.
Het Hof merkt op dat niet wordt aangevoerd dat de toepassing van die modaliteiten ertoe leidt dat een aanzienlijke groep van de werknemers van de N.M.B.S. die effectief lid zijn van een vakorganisatie die werkzaam is binnen de N.M.B.S., niet in het strategisch comité zou zijn vertegenwoordigd via hun vertegenwoordiger(s); uit het dossier blijkt integendeel dat drie van de vier vakorganisaties - en, onrechtstreeks, de leden ervan - vertegenwoordigd zijn in het strategisch comité, waaronder de twee vakorganisaties met het grootste ledenaantal.

Die in Absatz 1 Nrn. 5 bis 21 genannten Mitglieder sind jeweils zwei ordentliche Mitglieder und zwei Ersatzmitglieder, die unter den Kandidaten ausgewählt werden, die in doppelter Zahl der zu vergebenden Mandate vorgeschlagen werden von den repräsentativen Organisationen bzw. Vereinigungen der Fachkräfte für Zahnheilkunde (Nr. 5), der Apothekerschaft (Nr. 6), der Pflegeanstalten (Nr. 7), der Hebammen (Nr. 8), der Fachkräfte für Krankenpflege (Nr. 9), der Heilgymnasten (Nr. 10), der Bandagisten (Nr. 11), der Orthopädisten (Nr. 12), der Gehörprothesenhersteller (Nr. 13), der Optiker (Nr. 14), der Logopäden (Nr. 15), der Orthoptisten (Nr. 16), der Lieferer von Implantaten (Nr. 17), der Lizenziaten der Wissenschaften, die von dem für die Volksgesundheit zuständigen Minister zur Erbringung von Leistungen im Sinne des KIV-Gesetzes 1994 ermächtigt sind (Nr. 18), der Rehabilitationszentren (Nr. 19), der Pflegeerbringer, die ermächtigt sind, die in Artikel 34 Nr. 11 des KIV-Gesetzes 1994 erwähnten Leistungen zu erbringen (Nr. 20), und der Pflegeerbringer, die ermächtigt sind, die in Artikel 34 Nr. 12 des KIV-Gesetzes 1994 erwähnten Leistungen zu erbringen (Nr. 21) (nachstehend: die « anderen Pflegeerbringer »).
De in het eerste lid, 5° tot 21°, bedoelde leden betreffen telkens twee werkende en twee plaatsvervangende leden, gekozen uit de kandidaten die, in dubbel aantal van dat der toe te kennen mandaten, worden voorgedragen door de representatieve organisaties of verenigingen van, naar gelang van het geval, de tandheelkundigen (5°), het apothekerskorps (6°), de verplegingsinrichtingen (7°), de vroedvrouwen (8°), de verpleegkundigen (9°), de kinesitherapeuten (10°), de bandagisten (11°), de orthopedisten (12°), de gehoorprothesisten (13°), de opticiens (14°), de logopedisten (15°), de orthoptisten (16°), de verstrekkers van implantaten (17°), de licentiaten in de wetenschap die door de Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft zijn erkend om verstrekkingen uit te voeren als bedoeld in de Z.I. V. -wet 1994 (18°), de revalidatiecentra (19°), de zorgverleners gemachtigd om de in artikel 34, 11°, van de Z.I. V. -wet 1994 bedoelde verstrekkingen uit te voeren (20°) en de zorgverleners gemachtigd om de in artikel 34, 12°, van de Z.I. V. -wet 1994 bedoelde verstrekkingen uit te voeren (21°) (hierna : de « andere zorgverstrekkers »).