2. erinnert daran, dass die nationalen Parlamente der 15 EU-Mitgliedstaaten die Sicherheits- und Verteidigungspolitik ihrer Regierungen parlamentarisch kontrollieren, solange die ESVP noch eine rein zwischenstaatliche Form der Zusammenarbeit bleibt, und dass sie nach wie vor die ausschließliche Kompetenz in Bezug auf Militärausgaben sowie den Einsatz der nationalen Streitkräfte haben; unterstreicht, dass die nationalen Parlamente diese zwei wesentlichen Kontrollinstrumente gegenüber ihren Regierungen bestmöglich nutzen sollten;
2. herinnert eraan dat de nationale parlementen van de 15 lidstaten van de EU het Europees veiligheids- en defensiebeleid van hun regeringen parlementair controleren zolang het Europees veiligheids- en defensiebeleid nog een zuiver bilaterale vorm van samenwerking blijft en dat uitsluitend bij hen de bevoegdheid voor militaire uitgaven en de inzet van de nationale strijdkrachten blijft berusten; onderstreept dat de nationale parlementen van deze twee wezenlijke controle-instrumenten tegenover hun regeringen een zo goed mogelijk gebruik moeten maken;
