Traduction de «ihrer arbeit absolut » (Allemand → Néerlandais) :

4. bekräftigt seine Unterstützung für die Sonderverfahren und den unabhängigen Status der Mandatsträger, mit dem sie ihrer Arbeit absolut unparteiisch nachgehen können, und fordert alle Staaten auf, an diesen Verfahren mitzuwirken;
4. bekrachtigt zijn steun aan de speciale procedures en de onafhankelijke status van de mandaathouders, bedoeld om hen in staat te stellen hun taak volledig neutraal uit te voeren, en roept alle staten op hun medewerking aan deze procedures te verlenen;

Um diese Anstrengung zu unternehmen, dürfen sie nicht Faktoren zum Opfer fallen, die nichts mit ihrer Arbeit zu tun haben und über die sie absolut keine Kontrolle haben.
Maar om dat te kunnen doen, moeten ze niet het slachtoffer worden van externe factoren waar ze volstrekt geen vat op hebben.

103. fordert den Rat und die Kommission auf, sich dafür einzusetzen, dass die Unversehrtheit und absolute Unabhängigkeit der Journalisten bei der Ausübung ihrer Arbeit garantiert wird;
103. verzoekt de Raad en de Commissie zich ervoor in te zetten dat de fysieke onaantastbaarheid en de absolute onafhankelijkheid van journalisten bij het verrichten van hun werk wordt gewaarborgd;

95. fordert den Rat und die Kommission auf, sich dafür einzusetzen, dass die Unversehrtheit und absolute Unabhängigkeit der Journalisten bei der Ausübung ihrer Arbeit garantiert wird;
95. verzoekt de Raad en de Commissie zich ervoor in te zetten dat de fysieke onaantastbaarheid en de absolute onafhankelijkheid van journalisten bij het verrichten van hun werk wordt gewaarborgd;

2. ob Artikel 265 des königlichen Erlasses vom 18. Juli 1977 zur Koordinierung der allgemeinen Bestimmungen in bezug auf Zoll und Akzisen im Bereich der strafrechtlichen Haftung keine Diskriminierung dem allgemeinen Strafrecht gegenüber beinhaltet und demzufolge gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung verstösst, insofern diese Bestimmung eine objektive und nahezu absolute strafrechtliche Haftung von Personen für die Handlungen ihrer Angestellten, Arbeiter, Hausangestellten oder weiterer von ihnen entlohnter Personen vorsieht;
2. of artikel 265 van het koninklijk besluit van 18 juli 1977 tot coördinatie van de algemene bepalingen inzake douane en accijnzen inzake de strafrechtelijke aansprakelijkheid geen discriminatie inhoudt ten opzichte van het algemeen strafrecht en bijgevolg de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt, in zoverre dat deze bepaling een objectieve en quasi absolute strafrechtelijke verantwoordelijkheid van personen weerhoudt voor de daden van hun bedienden, arbeiders, knechten en verdere door hen bezoldigde personen;

Der Verweisungsrichter fragt den Hof, ob Artikel 265 des AZAG gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung verstösst, insofern er « eine objektive und nahezu absolute strafrechtliche Haftung von Personen für die Handlungen ihrer Angestellten, Arbeiter, Hausangestellten oder weiterer von ihnen entlohnter Personen vorsieht ».
De verwijzende rechter vraagt het Hof of artikel 265 van de A.W.D.A. de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt in zoverre het « een objectieve en quasi absolute strafrechtelijke verantwoordelijkheid van personen weerhoudt voor de daden van hun bedienden, arbeiders, knechten en verdere door hen bezoldigde personen ».

Beinhaltet Artikel 265 §§ 1 und 2 des königlichen Erlasses vom 18. Juli 1977 zur Koordinierung der allgemeinen Bestimmungen in bezug auf Zoll und Akzisen (AZAG) hinsichtlich der strafrechtlichen Haftung eine Diskriminierung dem allgemeinen Strafrecht gegenüber und verstösst er demzufolge gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, soweit diese Bestimmung eine objektive und nahezu absolute strafrechtliche Haftung von Personen für die Taten ihrer Angestellten, Arbeiter, Dienstpersonen oder weiterer von ihnen entlohnter Personen einführt?
Is het zo dat artikel 265, §§ 1 en 2, van het koninklijk besluit van 18 juli 1977 tot coördinatie van de algemene bepalingen inzake douane en accijnzen (A.W.D.A) inzake de strafrechtelijke aansprakelijkheid een discriminatie inhoudt ten opzichte van het algemeen strafrecht en bijgevolg de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt, in zoverre dat deze bepaling een objectieve en quasi absolute strafrechtelijke verantwoordelijkheid van personen weerhoudt voor de daden van hun bedienden, arbeiders, knechten of verdere door hen bezoldigde personen ?