8. stellt fest, das
s die Union und die Mitgliedstaaten gemeinsam für die Mensc
henrechte zuständig sind, und sie deshalb gehalten sind, die Menschenrechte und Grundfreiheiten in den jeweiligen Zuständigkeitsbereichen gemäß dem Subsidiaritätsprinzip unter Berücksichtigung seiner oben erwähnten Entschließung vom 20. April 2004 zu respektieren; fordert die Kommission na
chdrücklich auf, in erster Linie daf ...[+++]ür zu sorgen, dass die erforderliche Zusammenarbeit und Unterstützung gewährleistet sind, noch bevor sie ein Streitverfahren einleitet, um es den Mitgliedstaaten so zu ermöglichen, eventuelle Probleme bei der Umsetzung des Gemeinschaftsrechts und der Maßnahmen der Union zu überw
inden; hält es für wesentlich, dass bei der Umsetzung der Maßnahmen der Union, die sich auf die Grundrechte beziehen, eine besondere Transparenz herrscht;
8. stelt vas
t dat de Unie en de lidstaten de bevoegdheid op het gebied van de mensenrechten delen en dat zij daarom de mensenrechten en fundamentele vrijheden op hun respectieve bevoegdheidsgebieden overeenkomstig het subsidiariteitsbeginsel moeten eerbiedigen, r
ekening houdend met zijn bovengenoemde resolutie van 20 april 2004; verzoekt de Commissie met klem, alvorens een juridische procedure op gang te brengen, stappen te ondernemen om de nodige samenwerking en assistentie te waarborgen teneinde de lidstaten in staat te stellen eve
...[+++]ntuele problemen in verband met de uitvoering van het Gemeenschapsrecht en de maatregelen van de Unie uit de weg te ruimen; acht het van essentieel belang dat sprake is van een bijzondere mate van transparantie bij de omzetting van de maatregelen van de Unie op het gebied van de grondrechten;