Vertaling van "guthaben des schuldners " (Duits → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

Guthaben bei Kreditinstituten, Postscheckguthaben, Schecks und Kassenbestand | laufende Guthaben bei Kreditinstituten, Postgiroguthaben, Schecks und Kassenbestand
kasmiddelen, bank- en girosaldi

Guthaben auf einem Kontokorrent | Guthaben in Kontokorrent | Kontokorrentguthaben
tegoed in rekening-courant | tegoed op rekening-courant

in Verzug geratener Schuldner | säumiger Schuldner
in gebreke blijvende schuldenaar | in gebreke gebleven debiteuren | wanbetaler

Guthaben eines Kontos
tegoed van een rekening

Schuldner
schuldenaar

Schuldner der Verbindlichkeit
schuldenaar van de schuldvordering

finanzielle Lage des Schuldners beurteilen
financiële situatie van schuldenaren beoordelen | financiële situatie van schuldenaren inschatten

Vermögenswerte des Schuldners verwalten
activa van schuldenaren beheren

Geldschuld [ Schuld | Schuldner ]
schuld [ debiteur ]

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

(29) Diese Verordnung sollte die Bank oder die sonstige Stelle, die für die Vollstreckung des Beschlusses zur vorläufigen Pfändung im Vollstreckungsmitgliedstaat zuständig ist, dazu verpflichten, zu erklären, ob und – falls ja – in welchem Ausmaß durch den Beschluss Guthaben des Schuldners vorläufig gepfändet wurden; ferner sollte sie den Gläubiger verpflichten, für die Freigabe aller vorläufig gepfändeten Guthaben Sorge zu tragen, die über den im Beschluss angegebenen Betrag hinausgehen.
(29) Deze verordening moet de bank of een andere entiteit die in de lidstaat van tenuitvoerlegging verantwoordelijk is voor de tenuitvoerlegging van het bevel tot conservatoir beslag, ertoe verplichten mee te delen of, en zo ja in welke mate, het bevel heeft geleid tot het conservatoir beslag op tegoeden van de schuldenaar, en moet de schuldeiser ertoe verplichten eventuele tegoeden waarop boven het in het bevel bepaalde bedrag beslag is gelegd vrij te geven.

Durch die vorliegende Verordnung sollten außerdem geeignete Bestimmungen über die Ausführung des Beschlusses durch die Bank, einschließlich Bestimmungen über die Reihenfolge, in der die Konten gepfändet werden, wenn der Schuldner mehr als ein Konto bei derselben Bank besitzt, festgelegt werden und sollte die Bank verpflichtet werden anzugeben, ob durch den Beschluss Guthaben des Schuldners gesperrt werden konnten.
Deze verordening moet ook passende regels bevatten voor de tenuitvoerlegging van het bevel door de bank, met inbegrip van regels inzake het bevel tot beslaglegging op rekeningen indien de schuldenaar meer dan een rekening heeft bij dezelfde bank, en moet de bank verplichten om te verklaren of het bevel al dan niet tegoeden van de schuldenaar heeft ‘gevat’.

(35) Der Schuldner sollte das Recht haben, die Freigabe der gepfändeten Guthaben zu beantragen, wenn er eine angemessene anderweitige Sicherheit leistet.
(35) De schuldenaar moet het recht hebben om de vrijgave van de tegoeden waarop beslag is gelegd te verzoeken, indien hij een passende andere zekerheid stelt.

Im letztgenannten Fall kann das Verfahren einen zusätzlichen Nutzen bewirken, wenn sich die Vollstreckung des Titels in die Länge zieht oder der Gläubiger in Erfahrung bringen will, in welchem Mitgliedstaat der Schuldner über Guthaben in ausreichender Höhe verfügt, die die Einleitung des Vollstreckungsverfahrens rechtfertigen.
In deze laatste situatie kan de procedure een meerwaarde bieden wanneer de tenuitvoerlegging van de titel traag verloopt of wanneer de schuldeiser wil nagaan in welke lidstaat de schuldenaar over voldoende middelen beschikt om het inleiden van een tenuitvoerleggingsprocedure te rechtvaardigen.

Trotz der Vorschrift von Artikel 1675/19 § 2 des Gerichtsgesetzbuches wurde ebenfalls die Schaffung eines Fonds vorgesehen, der für den gegebenenfalls unbezahlt gebliebenen Restbetrag der Honorare, Gebühren und Kosten des Schuldenvermittlers aufkommen soll, wenn die Masse des Schuldners ein unzureichendes Guthaben aufweist.
Niettegenstaande het bepaalde in artikel 1675/19, § 2, van het Gerechtelijk Wetboek, is eveneens voorzien in de oprichting van het Fonds dat als doel heeft het eventueel onbetaald gebleven saldo van het ereloon, emolumenten en de kosten van de schuldbemiddelaar te betalen indien de beschikbare activa uit de boedel van de schuldenaar onvoldoende zijn.

« Verstösst das Gesetz vom 4. Juli 2001 zur Abänderung von Artikel 633 des Gerichtsgesetzbuches gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem es zur Folge hat, dass der belgische Pfändungsrichter nicht mehr zuständig wäre, Sicherungsmassnahmen auf Guthaben zu ermöglichen, die sich in Belgien in Händen Dritter befinden und natürlichen oder Rechtspersonen mit Wohnsitz ausserhalb Belgiens oder ohne bekannten Wohnsitz gehören, wodurch Sicherungsmassnahmen unmöglich wären, während es dagegen aufgrund von Artikel 1445 des Gerichtsgesetzbuches wohl möglich bleibt, ohne Genehmigung des Pfändungsrichters Drittsicherungspfändungen vornehmen zu lassen, ungeachtet des Wohnsitzes des Schuldners, selbst wenn dieser nicht bekannt wäre?
« Schendt de wet van 4 juli 2001 tot wijziging van artikel 633 van het Gerechtelijk Wetboek de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre deze tot gevolg heeft dat de Belgische beslagrechter niet meer bevoegd zou zijn om bewarende maatregelen toe te staan op tegoeden die zich in België in handen van derden bevinden, en die toebehoren aan fysieke of rechtspersonen met woonplaats buiten België of zonder gekende woonplaats, waardoor bewarende maatregelen onmogelijk worden, dan wanneer het daarentegen mogelijk blijft om op grond van artikel 1445 van het Gerechtelijk Wetboek zonder toelating van de beslagrechter bewarend beslag te leggen onder derden, ongeacht de woonplaats van de schuldenaar, zelfs zo deze niet gekend zou zijn ?

« Verstösst das Gesetz vom 4hhhhqJuli 2001 zur Abänderung von Artikel 633 des Gerichtsgesetzbuches gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem es zur Folge hat, dass der belgische Pfändungsrichter nicht mehr zuständig wäre, Sicherungsmassnahmen auf Guthaben zu ermöglichen, die sich in Belgien in Händen Dritter befinden und natürlichen oder Rechtspersonen mit Wohnsitz ausserhalb Belgiens oder ohne bekannten Wohnsitz gehören, wodurch Sicherungsmassnahmen unmöglich wären, während es dagegen aufgrund von Artikel 1445 des Gerichtsgesetzbuches wohl möglich bleibt, ohne Genehmigung des Pfändungsrichters Drittsicherungspfändungen vornehmen zu lassen, ungeachtet des Wohnsitzes des Schuldners, selbst wenn dieser nicht bekannt wäre?
« Schendt de wet van 4 juli 2001 tot wijziging van artikel 633 van het Gerechtelijk Wetboek de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre deze tot gevolg heeft dat de Belgische beslagrechter niet meer bevoegd zou zijn om bewarende maatregelen toe te staan op tegoeden die zich in België in handen van derden bevinden, en die toebehoren aan fysieke of rechtspersonen met woonplaats buiten België of zonder gekende woonplaats, waardoor bewarende maatregelen onmogelijk worden, dan wanneer het daarentegen mogelijk blijft om op grond van artikel 1445 van het Gerechtelijk Wetboek zonder toelating van de beslagrechter bewarend beslag te leggen onder derden, ongeacht de woonplaats van de schuldenaar, zelfs zo deze niet gekend zou zijn ?