4. unterstreicht, dass das Sicherheits- und Stabilitätskonzept der EU erläutert und gefördert werden muss, wenn es sich von dem Konzept der zentralasiatischen Staaten unterscheidet; betont, dass die EU eine kritische Haltung gegenüber Regierungen einnehmen muss, die im Namen der nationalen Sicherheit die Grundrechte ihrer Bürgerinnen und Bürger verletzen;
4. onderstreept dat het van belang is dat de EU haar veiligheids- en stabiliteitsconcept nader toelicht en bevordert, mocht dit van hun concept afwijken; onderstreept dat het de plicht van de EU is om kritiek te leveren op regeringen die de fundamentele rechten van hun burgers uit naam van de nationale veiligheid met voeten treden;