21. erinnert daran, dass eine starke institutionelle Koordinierung wesentlich ist, um für die richtigen Komplementaritäten und Synergien politischer Maßnahmen sowie für eine ordnungsgemäße und gleichbleibende Auslegung des Rahmens der ordnungsgemäßen wirtschaftspolitischen Steuerung und ihrer Wechselwirkung mit der Kohäsionspolitik zu sorgen;
21. wijst er opnieuw op dat goede institutionele coördinatie van essentieel belang is om te kunnen zorgen voor de juiste aanvullende beleidsmaatregelen en beleidssynergie, evenals een goede en stabiele interpretatie van het kader voor gezond economisch bestuur en de interactie daarvan met het cohesiebeleid;