Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Traduction de «führen sie neue klagegründe » (Allemand → Néerlandais) :

Insofern die klagenden Parteien in ihrem Erwiderungsschriftsatz auch anführen, dass die angefochtene Bestimmung einen ungerechtfertigten Behandlungsunterschied zwischen Niederlassungseinheiten in verschiedenen Touristikzentren sowie innerhalb desselben touristischen Bereichs zwischen Geschäften wie denjenigen der klagenden Parteien und Horeca-Betrieben einführe, führen sie neue Klagegründe an, die aus diesem Grund unzulässig sind.

In zoverre de verzoekende partijen in hun memorie van antwoord nog aanvoeren dat de bestreden bepaling een niet-verantwoord verschil in behandeling in het leven roept tussen vestigingseenheden in verschillende toeristische centra, alsook, binnen eenzelfde toeristische zone, tussen handelszaken zoals die van de verzoekende partijen en horecazaken, voeren zij nieuwe middelen aan, die om die reden niet ontvankelijk zijn.


In der Annahme, dass die angefochtenen Bestimmungen eine Einmischung in das Eigentumsrecht der klagenden Parteien darstellen, führen sie zu einem fairen Gleichgewicht zwischen dem Allgemeininteresse, das durch das Gesetz geschützt werden soll, und dem Schutz des Rechtes auf Achtung des Eigentums, das durch die im Klagegrund angeführte Vertragsbestimmung in Verbindung mit der im Klagegrund angeführten Verfassungsbestimmung gewährlei ...[+++]

In de veronderstelling dat de bestreden bepalingen een inmenging vormen in het eigendomsrecht van de verzoekende partijen, brengen zij een billijk evenwicht tot stand tussen het algemeen belang dat de wet wil vrijwaren en de bescherming van het recht op het ongestoorde genot van eigendom gewaarborgd bij de in het middel aangehaalde verdragsbepaling, in samenhang gelezen met de in het middel aangevoerde grondwetsbepaling.


Die klagenden Parteien führen im ersten Klagegrund an, dass die angefochtene Bestimmung nicht vereinbar sei mit den Artikeln 10, 11 und 172 der Verfassung, indem durch sie hinsichtlich der Erhebung des Mobiliensteuervorabzugs auf Dividenden, die durch ansässige Gesellschaften ausgeschüttet würden, ein Behandlungsunterschied eingeführt werde zwischen einerseits öffentlichen beaufsichtigten Immobiliengesellschaften und andererseits öffentlichen Immobilien-Investmentgesellschaften mit fixem Kapital, sowohl in ihrer Eigenschaft als Investor als auch in ihrer Eigenschaft als Auszahler von Dividenden.

De verzoekende partijen voeren in het eerste middel aan dat de bestreden bepaling niet bestaanbaar is met de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet, doordat zij, wat de inning van roerende voorheffing op door ingezeten vennootschappen uitgekeerde dividenden betreft, een verschil in behandeling invoert tussen, enerzijds, openbare GVV's en, anderzijds, openbare vastgoedbevaks, zowel in hun hoedanigheid van investeerder als in hun hoedanigheid van uitkeerder van dividenden.


Da sie nicht zu einer weitergehenden Nichtigerklärung führen könnten, brauchen der zweite und der dritte Klagegrund in Bezug auf die Hinterbliebenenpension nicht geprüft zu werden.

Daar zij niet zouden kunnen leiden tot een ruimere vernietiging, dienen het tweede en het derde middel betreffende het overlevingspensioen niet te worden onderzocht.


Im zweiten Klagegrund in den Rechtssachen Nrn. 6289, 6291, 6292 und 6293 führen die klagenden Parteien an, dass die Artikel 2, 3 und 6 des angefochtenen Gesetzes gegen den Grundsatz der Gleichheit und Nichtdiskriminierung und Artikel 23 der Verfassung in Verbindung mit der Richtlinie 2000/78/EG des Rates vom 27. November 2000 zur Festlegung eines allgemeinen Rahmens für die Verwirklichung der Gleichbehandlung in Beschäftigung und Beruf und mit der Cha ...[+++]

In het tweede middel in de zaken nrs. 6289, 6291, 6292 en 6293 voeren de verzoekende partijen aan dat de artikelen 2, 3 en 6 van de bestreden wet het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie en artikel 23 van de Grondwet, in samenhang gelezen met de richtlijn 2000/78/EG van de Raad van 27 november 2000 tot instelling van een algemeen kader voor gelijke behandeling in arbeid en beroep en met het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, schenden, doordat zij een discriminatie op grond van leeftijd zouden inhouden, aangezien zij het voordeel van het vervroegd pensioen ontnemen aan bepaalde leden van het overheidspersoneel, di ...[+++]


Die Artikel 3 und 4 des Gesetzes vom 11. Mai 2007 sind folglich so beschaffen, dass die Deutlichkeit der Definition der « aktiven Korruption » und die Rechtssicherheit verstärkt werden, statt dass sie beeinträchtigt würden, ohne dass sie dazu führen, dass rückwirkend eine neue Unterstrafestellung eingeführt wird.

De artikelen 3 en 4 van de wet van 11 mei 2007 zijn bijgevolg van dien aard dat de duidelijkheid van de definitie van « actieve omkoping » en de rechtszekerheid worden versterkt, veeleer dan dat er afbreuk aan wordt gedaan, zonder dat zij ertoe leiden dat op retroactieve wijze een nieuwe strafbaarstelling wordt ingevoerd.


Im zweiten Teil des zweiten Klagegrunds, im vierten Klagegrund und im ersten Teil des fünften Klagegrunds führen die klagenden Parteien unter anderem an, dass die Artikel 44/5 § 6, 44/9, 44/10 und 44/11/2 des Gesetzes über das Polizeiamt, eingefügt durch die Artikel 12, 18, 19 und 23 des angefochtenen Gesetzes, nicht vereinbar seien mit dem Recht auf Achtung des Privatlebens, so wie es durch die in B.7 zitierten Verfassungs- und Ve ...[+++]

In het tweede onderdeel van het tweede middel, het vierde middel en het eerste onderdeel van het vijfde middel voeren de verzoekende partijen onder meer aan dat de artikelen 44/5, § 6, 44/9, 44/10 en 44/11/2 van de wet op het politieambt, zoals ingevoegd bij de artikelen 12, 18, 19 en 23 van de bestreden wet, niet bestaanbaar zijn met het recht op eerbiediging van het privéleven, zoals gewaarborgd bij de in B.7 vermelde grondwets- en verdragsbepalingen, doordat de gegevens te lang kunnen worden bewaard en niet worden gewist indien er geen redenen meer zijn om ze te bewaren.


Im ersten Klagegrund führen die klagenden Parteien an, dass diese ungleiche Behandlung der öffentlichen und privaten Marktteilnehmer im Widerspruch zu den Artikeln 10 und 11 der Verfassung stehe (erster Teil) und dass sie eine Marktstörung bewirke, sodass ebenfalls gegen Artikel 23 Absatz 3 Nr. 1 der Verfassung in Verbindung mit den Artikeln 102 und 106 des Vertrags über die Arbeitsweise der Europäischen Union verstoßen werde (zweiter Teil).

In het eerste middel voeren de verzoekende partijen aan dat die ongelijke behandeling van de publieke en particuliere marktdeelnemers strijdig is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet (eerste onderdeel) en dat ze marktverstorend werkt, waardoor eveneens artikel 23, derde lid, 1°, van de Grondwet, gelezen in samenhang met de artikelen 102 en 106 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, wordt geschonden (tweede onderdeel).


Im zweiten Klagegrund führen die klagenden Parteien an, dass die angefochtenen Bestimmungen gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung verstießen, gegebenenfalls in Verbindung mit dem Grundsatz der Unabhängigkeit und dem Grundsatz der Unparteilichkeit als allgemeine Grundsätze der guten Verwaltung und mit Artikel 41 der Charta der Grundrechte der Europäischen Union, indem eine öffentliche Einrichtung die Befugnis habe, einen Sektor zu überwachen, in dem sie selbst wirtschaftlich tätig sei.

In het tweede middel voeren de verzoekende partijen aan dat de bestreden bepalingen de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schenden, al dan niet in samenhang gelezen met het onafhankelijkheidsbeginsel en het onpartijdigheidsbeginsel als algemene beginselen van behoorlijk bestuur en met het artikel 41 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, doordat een overheidsinstelling de bevoegdheid heeft om toezicht te houden op een sector waarbinnen zij zelf economisch actief is.


Die klagenden Parteien führen im fünften und sechsten Klagegrund an, Artikel 49 Nr. 6 des Gesetzes vom 8. Mai 2014 stehe im Widerspruch zum Grundsatz der Unparteilichkeit des Richters, zur Unschuldsvermutung und dem Erfordernis der Öffentlichkeit, so wie sie durch die Artikel 10, 11 und 13 der Verfassung in Verbindung mit deren Artikel 148, mit den Artikeln 5 Absatz 4 und 6 der Europäischen Menschenrechtskonvention, mit den Artikeln 9 Absatz 4 und 14 des Internationalen Paktes über bürgerliche und politische Rechte und mit dem allgemeinen Rechtsgrundsatz ...[+++]

De verzoekende partijen voeren in het vijfde en zesde middel aan dat artikel 49, 6°, van de wet van 8 mei 2014 in strijd is met het beginsel van de onpartijdigheid van de rechter, met het vermoeden van onschuld en met het openbaarheidsvereiste, zoals gewaarborgd bij de artikelen 10, 11 en 13 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 148 van de Grondwet, met de artikelen 5, lid 4, en 6 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, met de artikelen 9, lid 4, en 14 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten en met het algemeen rechtsbeginsel dat het recht op toegang tot de rechter waarborgt, doo ...[+++]


w