14. is van oordeel dat het kader een
geldigheidsduur van vier jaar moet hebben, te rekenen vanaf de inwerkingtreding; spreekt zich uit voor beleidsvorming op grond van bewijzen ('
evidence-based') en stelt derhalve voor de verlenging van het kader afhankelijk te maken van een herziening, met inbegrip van een uitgebreide i
mpactbeoordeling op basis van feiten en uitvoerige raadpleging, met na
...[+++]me van gebruikers; en dat de desbetreffende informatie moet worden overgelegd aan het Europees Parlement;