Die Regierung kann beschliessen, dass eine punktuelle oder zusätzliche Bewertung für einen Mandatträger durchgeführt werden muss, wenn besondere, mit dem Verhalten des Mandatträgers verbundene Gründe es rechtfertigen, in welchem Fall der Minister des öffentlichen Dienstes den Vorsitzenden des in Artikel LII. CVI. 6 erwähnten Bewertungsausschusses davon in Kenntnis setzt.
Als bijzondere redenen inherent aan het gedrag van een mandataris het rechtvaardigen, kan de Regering beslissen dat een punctuele en bijkomende evaluatie uitgevoerd moet worden voor bedoelde mandataris. In dat geval verwittigt de Minister van Ambtenarenzaken de voorzitter van de evaluatiecommissie bedoeld in artikel BII. CVI. 6.