Traduction de «atypischen arbeitsformen oder » (Allemand → Néerlandais) :

12. ist der Ansicht, dass durch die derzeitige demographische Entwicklung der Arbeitsmarkt und die soziale Sicherheit unter Druck geraten; betont die dringende Notwendigkeit positiver Maßnahmen, die die Position älterer Menschen auf dem Arbeitsmarkt verstärken, und angemessener Strategien, die diese Entwicklung nicht nur ins Gegenteil verkehren, sondern auch neue Möglichkeiten für mehr Flexibilität bei der Wahl der Pensions- und Altersversorgungssysteme und positive Anreize für eine Erhöhung der Zahl der aktiven Beschäftigungsjahre eröffnen; ist der Ansicht, dass im Rahmen der Koordinierung der Renten eine umfassende Debatte über das Recht auf eine annehmbare Rente für jeden eröffnet werden sollte, und zwar auch für Arbeitnehmer mit atypischen Arbeitsformen oder Angehörige von Risikogruppen;
12. is van mening dat de huidige demografische evolutie de arbeidsmarkt en de sociale zekerheid onder druk zetten; onderstreept dat er dringend behoefte is aan positieve maatregelen ter verbetering van de positie van oudere werknemers, aan adequate beleidsantwoorden die deze trend niet alleen zullen keren, maar ook nieuwe mogelijkheden zullen scheppen, aan grotere flexibiliteit in de keuze van pensioen- en uittredingsregelingen en aan positieve stimulansen om het aantal actieve arbeidsjaren te vergroten; is van oordeel dat in het kader van de coördinatie van de pensioenen een breed debat op gang moet worden gebracht over het recht van eenieder op een menswaardig pensioen, inclusief werknemers met atypische arbeidsvormen of mensen uit risicogroepen;

12. ist der Ansicht, dass durch die derzeitige demographische Entwicklung der Arbeitsmarkt und die soziale Sicherheit unter Druck geraten; betont die dringende Notwendigkeit positiver Maßnahmen, die die Position älterer Menschen auf dem Arbeitsmarkt verstärken, und angemessener Strategien, die diese Entwicklung nicht nur ins Gegenteil verkehren, sondern auch neue Möglichkeiten für eine bessere Qualität des Arbeitslebens, das Recht auf lebenslanges Lernen, mehr Flexibilität bei der Wahl der Altersversorgungssysteme und Pensionspläne und positive Anreize für eine Erhöhung der Zahl der aktiven Beschäftigungsjahre eröffnen; ist der Ansicht, dass im Rahmen der Koordinierung der Renten eine umfassende Debatte über das Recht auf eine menschenwürdige Rente für jeden eröffnet werden sollte, und zwar auch für Arbeitnehmer mit atypischen Arbeitsformen oder die Angehörigen von Risikogruppen;
12. is van mening dat de huidige demografische evolutie de arbeidsmarkt en de sociale zekerheid onder druk zetten; onderstreept dat er dringend behoefte is aan positieve maatregelen ter verbetering van de positie van oudere werknemers, aan adequate beleidsantwoorden die deze trend niet alleen zullen keren, maar ook nieuwe mogelijkheden zullen scheppen voor een betere kwaliteit van het beroepsleven, aan recht op levenslang leren, aan grotere flexibiliteit in de keuze van pensioen- en uittredingsregelingen en aan positieve stimulansen om het aantal actieve arbeidsjaren te vergroten; is van oordeel dat in het kader van de coördinatie van de pensioenen een breed debat op gang moet worden gebracht over het recht van eenieder op een menswaardig pensioen, inclusief werknemers met atypische arbeidsvormen of mensen uit risicogroepen;

128. spricht sich für eine energischere Ratifizierungspolitik der Mitgliedstaaten in Verbindung mit den jüngsten IAO-Übereinkommen, beispielsweise über die Teilzeitarbeit, die Heimarbeit und die private Arbeitsvermittlung aus, die sich eng an die Problematik der atypischen Arbeitsverhältnisse, die auch in EG-Richtlinien behandelt werden, anlehnen; drängt auf eine konstruktive Beteiligung und Mitwirkung an der Diskussion über andere Arbeitsformen, die nur unzureichend geschützt sind und sich häufig an der Grenze zur Selbständigkeit (self-employment) und Lohnabhängigkeit bewegen; betont die Notwendigkeit einer besseren Abstimmung und Koordination zwischen der Politik und den Aktivitäten im Rahmen der ESC, der IAO und der Europäischen Union, und zwar sowohl in Bezug auf die EU-Charta als auch in Bezug auf konkrete (sekundäre) Rechtsvorschriften und Regelungen, und weist darauf hin, dass eine Koordination im Rahmen der Europäischen Union nicht zur Vernachlässigung oder sogar bewussten Missachtung der sich aus der Beteiligung an der IAO und der ESC ergebenden Pflichten führen darf; empfiehlt dem Ausschuss für Beschäftigung und soziale Angelegenheiten des Europäischen Parlaments, einen Initiativbericht über dieses Thema zu erstellen;
128. bepleit een voortvarender ratificatiebeleid van de lidstaten met betrekking tot recente IAO-Verdragen, zoals die over deeltijd, thuiswerk en particuliere arbeidsbemiddeling, die nauw aansluiten bij de problematiek van de atypische arbeidsrelaties die ook in EU-richtlijnen wordt aangepakt; dringt aan op een constructieve deelname en inbreng in de discussie over andere vormen van arbeid die een slechte bescherming kennen en zich vaak op de grens van zelfstandigheid (selfemployment) en loonafhankelijkheid bevinden; onderstreept de noodzaak van een betere afstemming en coördinatie tussen beleid en activiteiten in het kader van ESH, IAO en EU, zowel met betrekking tot het EU-handvest als met betrekking tot concrete (secundaire) wet- en regelgeving en waarschuwt dat coördinatie in EU-verband niet moet leiden tot verwaarlozing van of zelfs bewuste terugtrekking uit verplichtingen die uit IAO- en ESH- participatie voortvloeien; verzoekt zijn Commissie sociale zaken en werkgelegenheid een initiatiefrapport over deze materie te entameren;

108. spricht sich für eine energischere Ratifizierungspolitik der Mitgliedstaaten in Verbindung mit den jüngsten IAO-Übereinkommen, beispielsweise über die Teilzeitarbeit, die Heimarbeit und die private Arbeitsvermittlung aus, die sich eng an die Problematik der atypischen Arbeitsverhältnisse, die auch in EU-Richtlinie behandelt werden, anlehnen; drängt auf eine konstruktive Beteiligung und Mitwirkung an der Diskussion über andere Arbeitsformen, die nur unzureichend geschützt sind und sich häufig an der Grenze zur Selbständigkeit (self-employment) und Lohnabhängigkeit bewegen; betont die Notwendigkeit einer besseren Abstimmung und Koordination zwischen der Politik und den Aktivitäten im Rahmen der ESC, der IAO und der EU, und zwar sowohl in Bezug auf die EU-Charta als auch in Bezug auf konkrete (sekundäre) Rechtsvorschriften und Regelungen, und weist darauf hin, dass eine Koordination im Rahmen der EU nicht zur Vernachlässigung oder sogar bewussten Missachtung der sich aus der Beteiligung an der IAO und der ESC ergebenden Pflichten führen darf; fordert den Ausschuss für Beschäftigung und soziale Angelegenheiten des Europäischen Parlaments auf, einen Initiativbericht über dieses Thema zu erstellen;
108. bepleit een voortvarender ratificatiebeleid van de lidstaten met betrekking tot recente IAO-Verdragen, zoals die over deeltijd, thuiswerk en particuliere arbeidsbemiddeling, die nauw aansluiten bij de problematiek van de atypische arbeidsrelaties die ook in EU-richtlijnen wordt aangepakt; dringt aan op een constructieve deelname en inbreng in de discussie over andere vormen van arbeid die een slechte bescherming kennen en zich vaak op de grens van zelfstandigheid (selfemployment) en loonafhankelijkheid bevinden; onderstreept de noodzaak van een betere afstemming en coördinatie tussen beleid en activiteiten in het kader van ESH, IAO en EU, zowel met betrekking tot het EU-handvest als met betrekking tot concrete (secundaire) wet- en regelgeving en waarschuwt dat coördinatie in EU-verband niet moet leiden tot verwaarlozing van of zelfs bewuste terugtrekking uit verplichtingen die uit IAO- en ESH- participatie voortvloeien; verzoekt de EP-Commissie sociale zaken en werkgelegenheid een initiatiefrapport over deze materie te entameren;

11. spricht sich für eine energischere Ratifizierungspolitik der Mitgliedstaaten in Verbindung mit den jüngsten IAO-Übereinkommen, beispielsweise über die Teilzeitarbeit, die Heimarbeit und die private Arbeitsvermittlung aus, die sich eng an die Problematik der atypischen Arbeitsverhältnisse, die auch in EU-Richtlinie behandelt werden, anlehnen; drängt auf eine konstruktive Beteiligung und Mitwirkung an der Diskussion über andere Arbeitsformen, die nur unzureichend geschützt sind und sich häufig an der Grenze zur Selbständigkeit (self-employment) und Lohnabhängigkeit bewegen; betont die Notwendigkeit einer besseren Abstimmung und Koordination zwischen der Politik und den Aktivitäten im Rahmen der ESC, der IAO und der EU, und zwar sowohl in Bezug auf die EU-Charta als auch in Bezug auf konkrete (sekundäre) Rechtsvorschriften und Regelungen, und weist darauf hin, dass eine Koordination im Rahmen der EU nicht zur Vernachlässigung oder sogar bewussten Missachtung der sich aus der Beteiligung an der IAO und der ESC ergebenden Pflichten führen darf;
11. bepleit een voortvarender ratificatiebeleid van de lidstaten m.b.t. recente IAO-Verdragen, zoals die over deeltijd, thuiswerk en private arbeidsbemiddeling, die nauw aansluiten bij de problematiek van de atypische arbeidsrelaties die ook in EU-richtlijnen wordt aangepakt; dringt aan op een constructieve deelname en inbreng in de discussie over andere vormen van arbeid die een slechte bescherming kennen en zich vaak op de grens van zelfstandigheid (selfemployment) en loon-afhankelijkheid bevinden; onderstreept de noodzaak van een betere afstemming en coördinatie tussen beleid en activiteiten in het kader van ESH, IAO en EU, zowel met betrekking tot het EU-handvest als met betrekking tot concrete (secundaire) wet- en regelgeving en waarschuwt dat coördinatie in EU-verband niet moet leiden tot verwaarlozing van of zelfs bewuste terugtrekking uit verplichtingen die uit IAO- en ESH- participatie voortvloeien;

Unter den neuen Arbeitsformen gehören auch die Teilzeitarbeit und die atypischen Arbeitszeiten (Schichtarbeit oder Nachtarbeit) zu denjenigen Faktoren, die das Risiko der Arbeitnehmer vergrößern.
Van deze nieuwe arbeidsvormen zijn deeltijdwerk en atypische werktijden (ploegendienst en nachtarbeid) eveneens factoren die het risico van de werknemers vergroten. Dit kan onder meer worden verklaard door het gebrek aan adequate opleiding, de psychosomatische veranderingen door ploegendienst of nachtarbeid, een tekortschietend bewustzijn bij de ondernemers of een gebrek aan motivatie bij werknemers met een onzekere arbeidsovereenkomst.