Diese Prüfung ermöglicht es festzustellen, ob eine Lampe den Anforderungen entspricht; hierzu wird überprüft, ob der Leuchtkörper zur Bezugsachse und zur Bezugsebene die richtige Lage aufweist und ob seine Achse bei einer zulässigen Versetzung von ± 15° rechtwinklig auf der Ebene steht, die durch die Mittelpunkte der Sockelstifte und die Bezugsachse verläuft.
Met deze proef wordt vastgesteld of een lamp aan de eisen voldoet door te controleren of de gloeidraad juist gepositioneerd is ten opzichte van de referentie-as en het referentievlak en een as die op ± 15° na loodrecht staat op het vlak dat het midden van de insteeknokken en de referentie-as doorsnijdt.
