Traduction de «aber schließlich doch teil » (Allemand → Néerlandais) :

47. Abgesehen von den statistischen Angaben der Mitgliedstaaten hat die Kommission einige Daten in Verbindung mit Zusammenschlußvorhaben zusammengestellt, die vor der Anmeldung besprochen wurden, schließlich aber doch nicht die Schwellenwerte des Artikels 1 Absatz 2 bzw. des Artikels 1 Absatz 3 erreichten.
47. Naast de statistieken die zij van de lidstaten heeft verkregen, heeft de Commissie enige statistische gegevens ontleend aan transacties die in een pre-aanmeldingsfase werden besproken, maar die uiteindelijk beneden de drempels van artikel 1, lid 2, en/of artikel 1, lid 3, bleken te blijven.

Schließlich: „Vereinigte Staaten von Europa“ – das macht sehr deutlich, dass wir zwar eine den USA vergleichbare demokratisch-föderale Verfassungsform anstreben, wir dies aber eben doch im spezifischen Kontext der europäischen Geschichte, unserer Werte und der besonderen Vielfalt unseres Kontinents tun wollen.
Tot slot: "Verenigde Staten van Europa" – hieruit blijkt zeer duidelijk dat wij weliswaar naar een democratisch-federale constitutionele vorm streven die met die van de VS vergelijkbaar is, maar dat wij dit wel in de specifieke context willen doen van de Europese geschiedenis, onze waarden en de bijzondere verscheidenheid van ons continent.

In Europa bestehen viele Sorgen und Ängste, aber ebenso hohe Erwartungen, dass die Reformen, die zu lange aufgeschoben wurden, schließlich doch abgeschlossen werden, dass die europäische Dimension ein wesentlicher Teil der Lösung sein wird und dass Europa seine Projekte, Werte und Interessen in der Welt verteidigt.
Er zijn in Europa veel zorgen, maar er zijn in Europa ook hoge verwachtingen dat de hervormingen, die veel te lang uitgesteld zijn, eindelijk voltooid zullen worden, dat de Europese dimensie integraal deel gaat uitmaken van de oplossing, en dat Europa zijn projecten, waarden en belangen gaat verdedigen in de wereld.

Nun zum Anliegen dieser Sitzung. Der Berichterstatterin möchte ich ganz besonders für ihre Arbeit an diesem Bericht danken und für die Schritte, die sie willens war, in Richtung auf eine generelle Lösung eines Problems zu gehen, das möglicherweise ein generelles Problem, aber schließlich doch Teil dessen ist, was mit der Verordnung beabsichtigt wird.
Om over te gaan naar het onderwerp van de vergadering, ik wil de rapporteur hartelijk danken voor haar werk aan dit verslag en voor de stappen die zij bereid was te zetten voor het zoeken naar een algemene oplossing voor wat wellicht ook een algemeen probleem is. Daar is de verordening uiteindelijk gedeeltelijk ook voor bedoeld.

Ich weiß, die PPE-DE-Fraktion und Herr Nassauer haben damit nach wie vor Probleme, aber ich hoffe, dies wird in der Schlussabstimmung kein unüberwindliches Hindernis darstellen, da wir schließlich doch versuchen, uns dem Standpunkt der Mehrheit dieses Europäischen Parlaments zu beugen.
Ik weet dat dit bij de EVP-Fractie, bij mijnheer Nassauer, nog altijd moeilijk ligt, maar ik hoop dat dit geen onoverkomelijk obstakel is voor de eindstemming, aangezien wij ons hier toch proberen te conformeren aan een meerderheid in het Europees Parlement.

Deshalb war die Kommission sehr erleichtert, dass die Europäische Union nach den jüngsten Differenzen zwischen den Mitgliedstaaten über den endgültigen Resolutionsentwurf schließlich doch noch einen gemeinsamen Standpunkt angenommen und damit gezeigt hat, dass sie für diesen wichtigen Teil des UN-Reformprozesses eintritt.
De Commissie was dan ook bijzonder opgelucht dat de Europese Unie na de recente meningsverschillen tussen lidstaten over de definitieve ontwerpresolutie weer een gemeenschappelijk standpunt kon innemen en daarmee blijk kon geven van het grote belang dat zij aan dit cruciale onderdeel van het hervormingsproces van de VN hecht.

Die Massnahme führt überdies dazu, dass der Warenzeicheninhaber zwar wohl die in Artikel 9 des HPVG vorgesehene Unterlassungsklage gegen die die Warenzeichenverstösse begleitenden Handlungen und die in Artikel 13 Teil A Absatz 1 Buchstaben c) und d) des BWG genannten Warenzeichenverstösse einreichen kann, nicht aber gegen die Warenzeichenverstösse, die Fälschungshandlungen im Sinne von Artikel 13 Teil A Absatz 1 Buchstaben a) und b) des BWG sind und die doch per definitionem ' einen unrechtmässigen Gebrauch eines Warenzeichens ' im Sinne des in B.1.2 zitierten Urteils des Kassationshofes und somit eine Handlung unlauteren Wettbewerbs darstellen.
De maatregel heeft bovendien tot gevolg dat de merkhouder wel de vordering tot staking bedoeld in artikel 9, van het W.H.P.C. kan aanwenden tegen de begeleidende handelingen van merkinbreuken en de merkinbreuken bedoeld in artikel 13, A, 1, c en d, van de B.M.W., maar niet tegen de merkinbreuken die daden van namaking zijn in de zin van artikel 13, A, 1, a en b, van de B.M.W. en die nochtans per definitie ' een onrechtmatig gebruik van een merk ' in de zin van het in B.1.2 geciteerde arrest van het Hof van Cassatie en aldus een daad van onrechtmatige mededinging uitmaken.

Auch wenn das von der Kommission gewählte Konzept für die in den Beitrittsländern durchzuführenden Strategien lobenswert ist und es sicherlich ermöglicht hat, Projekte auszuarbeiten, die den Zielen der Ispa-Regelung sowie den strategischen Beitrittszielen entsprechen, so ist doch die Langwierigkeit des Verfahrens festzuhalten, für die die Kommission aber zum großen Teil auch die Beitrittsländer verantwortlich sind.
De aanpak die de Commissie heeft gekozen voor de strategieën die in de kandidaat-lidstaten moeten worden gevolgd verdient instemming en heeft het ongetwijfeld mogelijk gemaakt dat projecten werden vastgesteld die voldeden aan de doelen van de ISPA-verordening en aan de strategische toetredingsdoelen; de traagheid van de procedure kan echter niet worden ontkend. Hiervoor zijn de Commissie en voor een groot deel de kandidaat-lidstaten verantwoordelijk.

Die Massnahme führt überdies dazu, dass der Warenzeicheninhaber zwar wohl die in Artikel 96 des HPVG vorgesehene Unterlassungsklage gegen die die Warenzeichenverstösse begleitenden Handlungen und die in Artikel 13 Teil A Absatz 1 Buchstaben c) und d) des BWG genannten Warenzeichenverstösse einreichen kann, nicht aber gegen die Warenzeichenverstösse, die Fälschungshandlungen im Sinne von Artikel 13 Teil A Absatz 1 Buchstaben a) und b) des BWG sind und die doch per definitionem « einen unrechtmässigen Gebrauch eines Warenzeichens » im Sinne des Urteils des Kassationshofes vom 3. November 1989 (Pas., 1990, S. 276) und somit eine Handlung unlauteren Wettbewerbs darstellen.
De maatregel heeft bovendien tot gevolg dat de merkhouder wel de vordering tot staking bedoeld in artikel 96 van de W.H.P.C. kan aanwenden tegen de begeleidende handelingen van merkinbreuken en de merkinbreuken bedoeld in artikel 13, A, 1, c en d, van de B.M.W., maar niet tegen de merkinbreuken die daden van namaking zijn in de zin van artikel 13, A, 1, a en b, van de B.M.W. en die nochtans per definitie « een onrechtmatig gebruik van een merk » in de zin van het arrest van het Hof van Cassatie van 3 november 1989 (T.B.H., 1990, p. 216) en aldus een daad van onrechtmatige mededinging uitmaken.

Die Massnahme führt überdies dazu, dass der Warenzeicheninhaber zwar wohl die in Artikel 96 des HPVG vorgesehene Unterlassungsklage gegen die die Warenzeichenverstösse begleitenden Handlungen und die in Artikel 13 Teil A Absatz 1 Buchstaben c) und d) des BWG genannten Warenzeichenverstösse einreichen kann, nicht aber gegen die Warenzeichenverstösse, die Fälschungshandlungen im Sinne von Artikel 13 Teil A Absatz 1 Buchstaben a) und b) des BWG sind und die doch per definitionem « einen unrechtmässigen Gebrauch eines Warenzeichens » im Sinne des in B.1.2 zitierten Urteils des Kassationshofes und somit eine Handlung unlauteren Wettbewerbs darstellen.
De maatregel heeft bovendien tot gevolg dat de merkhouder wel de vordering tot staking bedoeld in artikel 96, van het W.H.P.C. kan aanwenden tegen de begeleidende handelingen van merkinbreuken en de merkinbreuken bedoeld in artikel 13, A, 1, c en d, van de B.M.W., maar niet tegen de merkinbreuken die daden van namaking zijn in de zin van artikel 13, A, 1, a en b, van de B.M.W. en die nochtans per definitie « een onrechtmatig gebruik van een merk » in de zin van het in B.1.2 geciteerde arrest van het Hof van Cassatie en aldus een daad van onrechtmatige mededinging uitmaken.