33. fordert die Mitgliedstaaten auf, die zahlreichen Divergenzen im Legislativbereich zu überwinden, die nach wie vor bestehen und den uneingeschränkten Ausdruck der Unionsbürgerschaft behindern, nämlich in Bezug auf die Rechtsstellung von Personen (Bedingungen für die Erlangung von Aufenthaltsgenehmigungen, Umsetzung des Rechts auf Familienzusammenführung), in Bezug auf die Justiz (verfahrensrechtliche Mindestnormen) oder auch in Bezug auf die Bedingungen für die Einreise und den Aufenthalt von Wanderarbeitnehmern (System der sozialen Sicherheit, Übertragung der Rentenansprüche);
33. verzoekt de lidstaten de talloze nog bestaande verschillen in wetgeving, die een belemmering vormen voor de volledige beleving van het Europese burgerschap, op het gebied van de rechtspositie van personen (voorwaarden voor de verkrijging van verblijfsvergunningen, uitvoering van het recht op gezinshereniging), justitie (minimumnormen voor procedures) of de voorwaarden voor verplaatsing en verblijf van migrerende werknemers (stelsel van sociale zekerheid, overdracht van pensioenrechten), op te heffen;