Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van " klagenden partei nicht verboten " (Duits → Nederlands) :

Da der zweite und der dritte Klagegrund der klagenden Partei nicht zu einer umfassenderen Nichtigerklärung führen können, brauchen sie nicht geprüft zu werden.

Daar het tweede en het derde middel die door de verzoekende partij zijn aangevoerd, niet kunnen leiden tot een ruimere vernietiging, dienen zij niet te worden onderzocht.


Im Übrigen stellt der Ministerrat nicht das Interesse der neunzehnten bis einundzwanzigsten klagenden Partei an der Klageerhebung in Abrede, bei denen es sich um Arbeitnehmerorganisationen handelt, die die Interessen der Arbeitnehmer des öffentlichen Sektors, des Unterrichtssektors und der Sozialversicherten vertreten.

Voor het overige betwist de Ministerraad niet het belang om in rechte te treden van de negentiende tot eenentwintigste verzoekende partij, die werknemersorganisaties zijn die de belangen vertegenwoordigen van de werknemers van de overheidssector, van het onderwijs en van de sociaal verzekerden.


Die von der klagenden Partei im Erwiderungsschriftsatz beantragte Erweiterung der Klage auf eine nicht in der Klageschrift angefochtene Bestimmung ist unzulässig.

De door de verzoekende partij in de memorie van antwoord gevraagde uitbreiding van het beroep tot een bepaling die in het verzoekschrift niet wordt bestreden, is niet ontvankelijk.


Da die Artikel 100/1 und 100/2 des Gerichtsgesetzbuches nicht auf die Situation der vor dem vorlegenden Richter klagenden Partei Anwendung finden können, sind die Vorabentscheidungsfragen offensichtlich nicht sachdienlich zur Lösung der Streitsache, insofern sie diese Bestimmungen betreffen.

Daar de artikelen 100/1 en 100/2 van het Gerechtelijk Wetboek niet van toepassing kunnen zijn op de situatie van de verzoekende partij voor de verwijzende rechter, zijn de prejudiciële vragen kennelijk niet nuttig om het geschil op te lossen in zoverre zij die bepalingen beogen.


Da der von der vierten klagenden Partei angeführte Nachteil nicht erwiesen ist, ist eine der beiden Bedingungen nach Artikel 20 Nr. 1 des Sondergesetzes vom 6. Januar 1989 nicht erfüllt. Die Klage auf einstweilige Aufhebung ist, was sie betrifft, also zurückzuweisen.

Aangezien het door de vierde verzoekende partij aangevoerde nadeel niet wordt aangetoond, is een van de twee voorwaarden vereist in artikel 20, § 1, van de bijzondere wet van 6 januari 1989 niet vervuld.


Die klagenden Parteien führen an, dass der angefochtene Artikel im Widerspruch zu verschiedenen Bestimmungen der Verfassung, des europäischen Rechts und des internationalen Rechts stehe, weil das Verfahren zur Anwendung der Verwaltungsschleife zu sehr vom allgemeinen Verfahrensrecht abweiche, weil es kein kontradiktorisches schriftliches Verfahren gebe, weil es nicht zu rechtfertigende Einschränkungen bei der Anwendung einer zweiten Verwaltungsschleife gebe, weil die Parteien nicht die Möglichkeit hätten, eine Ann ...[+++]

De verzoekende partijen voeren aan dat het bestreden artikel 4 strijdig zou zijn met diverse grondwets-, Europeesrechtelijke en internationale bepalingen, omdat de procedure tot toepassing van de bestuurlijke lus te veel zou afwijken van het procedureel gemeen recht aangezien er geen op tegenspraak gevoerde schriftelijke procedure is, omdat er niet te verantwoorden beperkingen zouden zijn bij de toepassing van een tweede bestuurlijke lus, omdat de partijen niet de mogelijkheid zouden hebben een annulatieberoep in te dienen tegen de he ...[+++]


Da das Interesse dieser zwei klagenden Parteien nachgewiesen ist, braucht das Interesse der dritten klagenden Partei an der Klageerhebung nicht geprüft zu werden.

Aangezien het belang van die twee verzoekende partijen is aangetoond, dient het belang van de derde om in rechte te treden, niet te worden onderzocht.


2. Verstößt Artikel 21 Absatz 2 der koordinierten Gesetze über den Staatsrat gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, wenn er - wie im vorliegenden Fall - dahin ausgelegt wird, dass er es ermöglicht, den Verlust des Interesses einer klagenden Partei im vorerwähnten Rahmen zu vermuten, während er es dem Staatsrat nicht ermöglicht, das Handlungsinteresse der beitretenden Partei zu überprüfen, während diese zur Unterstützung einer Gegenpartei ...[+++]

2. Schendt artikel 21, tweede lid, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State de artikelen 10 en 11 van de Grondwet wanneer het, zoals te dezen, in die zin wordt geïnterpreteerd dat het de mogelijkheid biedt het verlies van belang van de verzoekende partij in het voormelde kader te vermoeden, terwijl het de Raad van State niet de mogelijkheid biedt het belang van de tussenkomende partij om in rechte op te treden na te gaan, zelfs indien die part ...[+++]


Die anderen klagenden Parteien, die alle Mitglieder der ersten klagenden Partei sind, sind private Unternehmen, die eine kaufmännische Tätigkeit in der Region Brüssel-Hauptstadt im Sektor des Einsammelns und der Verarbeitung von Nicht-Haushaltsabfällen ausüben.

De overige verzoekende partijen, die allen leden zijn van de eerste verzoekende partij, zijn particuliere ondernemingen die een commerciële activiteit uitoefenen in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest, in de sector van de inzameling en de verwerking van niet-huishoudelijk afval.


Es ist in diesem Fall nicht notwendig, das Interesse der zweiten, dritten und vierten klagenden Parteien zu prüfen, da das Interesse der ersten klagenden Partei weder angefochten wird, noch anfechtbar ist, umso mehr, als sie ebenfalls Partei in der Rechtssache ist, in der der Staatsrat durch seinen Entscheid Nr. 228. 690 vom 7. Oktober 2014 dem Gerichtshof eine Vorabentscheidungsfrage zu Artikel 4.8.21 des Flämischen Raumordnungskodex gestellt hat.

Het is te dezen niet nodig het belang van de tweede, derde en vierde verzoekende partijen te onderzoeken, nu het belang van de eerste verzoekende partij niet wordt betwist, noch betwistbaar is, temeer daar zij eveneens partij is in de zaak waarin de Raad van State bij zijn arrest nr. 228.690 van 7 oktober 2014 aan het Hof een prejudiciële vraag heeft gesteld over artikel 4.8.21 van de VCRO.


w