Die Kürzung der Mittel für Kernfusion gegenüber dem 5. RP führt dazu, dass ein Satz in der Nähe von 25 % (24 % ist ein realistischer Wert) nur dann gewährleistet werden kann, wenn Vorzugsunterstützung (im 5. RP 45 %) auf wenige Aktionen mit unmittelbarem Bezug zu dem Vorhaben ITER konzentriert wird, wie in Änderungsantrag 2 empfohlen.
De verlaging van het fusiebudget in vergelijking met het vijfde kaderprogramma betekent dat een percentage van circa 25% (24% lijkt een redelijk percentage) alleen kan worden gewaarborgd als de preferentiële ondersteuning (45% in het vijfde kaderprogramma) wordt geconcentreerd op enkele acties die van directe betekenis zijn voor ITER.