De door de Ministerraad aangevoerde omstandigheid dat een wetsontwerp dat in de Kamer van volksvertegenwoordigers is neergelegd o
p 7 juni 2005 - dat intussen de wet van 20 juli 2005 houdende dive
rse bepalingen is geworden (artikel 21) - bepalingen zou bevatten die het mogelijk maken die moeilijkheid op te lossen, volstaat niet om de grondwettigheid vast te stellen van artikel 119bis, § 9bis, in de formulering die eraan werd gegeven bij de wet van 17 juni 2004, aangezien het had kunnen worden toegepast tussen het ogenblik van de inwerk
...[+++]ingtreding ervan en het ogenblik van de inwerkingtreding van de bepaling waarbij het wordt gewijzigd.
La circonstance, invoquée par le Conseil des ministres, qu'un projet de loi déposé à la Chambre des représentants le 7 juin 2005 - devenu entre-temps la loi du 20 juillet 2005 portant des dispositions diverses (article 21) - contiendrait des dispositions permettant de résoudre cette difficulté ne suffit pas à établir la constitutionnalité de l'article 119bis, § 9bis, dans la rédaction qui lui avait été donnée par la loi du 17 juin 2004, dès lors qu'il a pu s'appliquer entre le moment de son entrée en vigueur et celui de l'entrée en vigueur de la disposition qui le modifie.