Ten slotte is de grief van de verzoekers dat de wetgever met de bestreden bepalingen hen ertoe heeft willen aanzetten afstand te doen van hun beroep tot nietigverklaring voor de Raad van State, niet gegrond.
Enfin, le grief des requérants selon lequel le législateur, en édictant les dispositions entreprises, aurait voulu les inciter à se désister de leur recours en annulation auprès du Conseil d'Etat n'a pas de fondement.