De opheffing van de voorwaarde inzake nationaliteit en de daaraan verbonden sanctie, strekt ertoe de wet van 27 juni 1921 waarbij aan de verenigingen zonder winstgevend doel en aan de instellingen van openbaar nut rechtspersoonlijkheid wordt verleend, in overeenstemming te brengen met het beginsel van niet-discriminatie op grond van nationaliteit tussen onderdanen van de Europese Unie, bepaald in artikel 6 van het Verdrag van Rome, ingevolge de veroordeling van België door het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen op 29 juni 1999.
La suppresion de la condition de nationalité et de la sanction qui s'y rapporte, a pour but de mettre la loi du 27 juin 1921 accordant la personnalité civile aux associations sant but lucratif et aux établissements d'utilité publique, en conformité avec le principe de non-discrimination en raison de la nationalité entre ressortissants de l'Union européenne, inscrit à l'article 6 du Traité de Rome, suite à la condamnation de la Belgique par la Cour de justice des Communautés européennes le 29 juin 1999.