2. De stations worden op zodanige wijze geplaatst, dat zij de vrije toegang tot alle gebieden van de maan niet belemmeren voor personeel, voertuigen en uitrusting van andere Staten die Partij zijn bij deze Overeenkomst en die activiteiten op de maan verrichten in overeenstemming met de bepalingen van deze Overeenkomst of met artikel 1 van het Verdrag inzake de beginselen waaraan de activiteiten van Staten zijn onderworpen bij het onderzoek en gebruik van de kosmische ruimte, met inbegrip van de maan en andere hemellichamen.
2. Les stations doivent être disposées de façon à ne pas empêcher le libre accès à toutes les parties de la Lune, du personnel, des véhicules et du matériel d'autres Etats parties qui poursuivent des activités sur la Lune conformément aux dispositions du présent Accord ou de l'article premier du Traité sur les principes régissant les activités des Etats en matière d'exploration et d'utilisation de l'espace extra-atmosphérique, y compris la Lune et les autres corps célestes.