Kan de Commissie zeggen in hoeverre culturele en linguïstische elementen uit de klassieke talen (Oud-Grieks en Latijn) die in de Europese gesproken talen voortleven, zijn opgenomen in het programma voor de Europese index van taalkennis van de vijf meest gesproken Europese talen?
La Commission pourrait-elle dire dans quelle mesure le programme relatif à l’indicateur européen des compétences linguistiques portant sur les cinq langues européennes le plus répandues incorpore des éléments culturels et philologiques des langues classiques (grec ancien et latin) encore présents dans les langues européennes vivantes?