Art. 13. Tenzij wanneer zij worden opgeroepen om in rechte te getuigen in strafzaken, mogen de leden van het Bestuurscomité van het Fonds, de ambtenaren van het Fonds en een ieder die betrokken is bij het beheer van of het toezicht op het beheer van de beschermingsregelingen voor deposito's en financiële instrumenten, aan geen enkele persoon noch autoriteit de vertrouwelijke gegevens meedelen waarover zij op grond van hun functie beschikken voor de werking van deze regelingen.
Art. 13. Hors les cas où ils sont appelés à rendre témoignage en justice en matière pénale, les membres du Comité de direction du Fonds, les agents du Fonds et toute personne appelée à collaborer à la gestion ou au contrôle de la gestion des systèmes de protection des dépôts et des instruments financiers, ne peuvent divulguer à quelque personne ou autorité que ce soit les informations confidentielles qu'ils détiennent en raison de leurs fonctions pour le fonctionnement de ces systèmes.