De door de Raad van State gecontesteerde bepaling blijkt bijgevolg conform te zijn met de wil van de wetgever en overschrijdt het kader van algemene reglementaire bevoegdheid, welke artikel 108 van de Grondwet aan de Koning toekent, in ieder geval niet.
La disposition contestée par le Conseil d'Etat apparaît dès lors conforme à la volonté du législateur et n'excède pas, en tout état de cause, le cadre du pouvoir réglementaire général que l'article 108 de la Constitution confère au Roi.