« Is artikel 150 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen, zoals van toepassing vanaf het aanslagjaar 2005, in zoverre het bepaalt dat de belastingvermindering voor werkloosheidsuitkeringen moet worden berekend « voor beide echtgenoten samen
» terwijl de andere verminderingen die zijn bepaald in de onderafdeling waarvan het genoemde artikel deel uitmaakt « per belastingplichtige » moeten worden berekend, bestaanbaar met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, vermits het aldus (en enkel wat de werkloosheidsuitkeringen betreft) een verschil in behandeling invoert tussen gehuwde of wettelijk samenwonende belastingplichtigen en feitelijk
...[+++]samenwonende belastingplichtigen, terwijl die twee categorieën van personen zich, behalve wat hun « burgerlijke staat » betreft, in een soortgelijke situatie bevinden ?« L'article 150 du Code des impôts sur les revenus, tel qu'il est applicable à partir de l'exercice d'imposition 2005, est-il, en ce qu'il dispose que la réduction d'impôt pour allocations de chômage doit être calculée « ensemble pour les deux conjoints » alors que les autres réductions prévues par la sous-section dont ledit article fait partie doivent être calculées « par contribuable », compatible avec les articles 10 et 11 de la Constitution, étant donné qu'il établit ainsi (et à propos des seules allocations de chômage) une différence de traitement entre les contribuables mariés ou cohabitants légaux et des contribuables cohabitants de fait alors que ces deux catégories de personnes se trouvent, hors la question de le
ur « statu ...[+++]t civil », dans une situation semblable ?