Vertaling van "rizico's inzake verkeersveiligheid " (Nederlands → Frans) :

TERMINOLOGIE

Communautair actieprogramma inzake verkeersveiligheid
Programme d'action communautaire en matière de sécurité routière

Actieprogramma inzake verkeersveiligheid
Programme d'action en matière de sécurité routière

communautair actieprogramma inzake verkeersveiligheid
programme d'action communautaire en matière de sécurité routière

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

­ De rizico's inzake verkeersveiligheid zouden niet groter zijn dan die van conventionele vrachtwagencombinaties.Omwille van de beperkte schaal van het proefproject (zowel in afgelegde afstand als in het aantal deelnemers), kan men evenwel niet absoluut stellen dat de LZV's een lager ongevallenrisico hebben.
­ Les risques en matière de sécurité routière ne seraient pas plus grands que ceux des combinaisons de camions conventionnelles. Mais on ne peut affirmer de façon absolue que les LZV's présentent un risque d'accident plus bas, étant donné l'échelle limitée du projet pilote (tant pour les distances parcourues que pour le nombre de participants).

7 OKTOBER 2016. - Ministerieel besluit betreffende de toekenning van de financiële hulp van de Staat in het kader van de verkeersactieplannen - Bedrag van het saldo 2011 toegekend aan de politiezones en de federale politie De Minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken en de Minister van Mobiliteit, Gelet op de wet van 6 december 2005 betreffende de opmaak en financiering van actieplannen inzake verkeersveiligheid, gewijzigd bij de wetten van 8 juni 2008, 23 december 2009, 6 januari 2014 en 25 april 2014; Gelet op het koninklijk besluit van 19 december 2005 betreffende de opmaak en financiering van actieplannen inzake verkeersveiligheid; Gelet op het koninklijk besluit van 30 december 2014 tot uitvoering van artikel 7, § 1, tweede en derde lid van de wet van 6 december 2005 betreffende de opmaak en financiering van actieplannen inzake verkeersveiligheid en houdende toekenning van het saldo 2009; Gelet op het advies van de Inspecteur-generaal van Financiën van Mobiliteit en Vervoer, gegeven op 26 augustus 2016; Gelet op het advies van de Inspecteur-generaal van Financiën van de federale politie, gegeven op 15 september 2016, Besluiten : Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit, verstaan we onder : « de wet » : de wet van 6 december 2005 betreffende de opmaak en financiering van actieplannen inzake verkeersveiligheid.
7 OCTOBRE 2016. - Arrêté ministériel relatif à l'octroi de l'aide financière de l'Etat dans le cadre des plans d'action en matière de sécurité routière - Montant du solde 2011 octroyé aux zones de police et à la police fédérale Le Ministre de la Sécurité et de l'Intérieur et le Ministre de la Mobilité, Vu la loi du 6 décembre 2005 relative à l'établissement et au financement de plans d'action en matière de sécurité routière, modifiée par les lois du 8 juin 2008, 23 décembre 2009, 6 janvier 2014 et 25 avril 2014; Vu l'arrêté royal du 19 décembre 2005 relatif à l'établissement et au financement de plans d'action en matière de sécurité routière; Vu l'arrêté royal du 30 décembre 2014 exécutant l'article 7, § 1, alinéas 2 et 3 de la loi du 6 décembre 2005 relative à l'établissement et au financement de plans d'action en matière de sécurité routière et portant attribution du solde 2009; Vu l'avis de l'Inspecteur général des Finances pour la Mobilité et les Transports, donné le 26 août 2016; Vu l'avis de l'Inspecteur général des Finances pour la police fédérale, donné le 15 septembre 2016, Arrêtent : Article 1. Pour l'application du présent arrêté, on entend par : « la loi » : la loi du 6 décembre 2005 relative à l'établissement et au financement des plans d'action en matière de sécurité routière.

Gelet op de wet van 6 december 2005 betreffende de opmaak en financiering van actieplannen inzake verkeersveiligheid, artikel 5, § 3, gewijzigd bij de wet van 8 juni 2008; Gelet op de wet van 18 december 2015 houdende de Algemene Uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2016; Gelet op het koninklijk besluit van 19 december 2005 betreffende de opmaak en financiering van actieplannen inzake verkeersveiligheid; Gelet op het ontwerp ingediend door de geïntegreerde politie; Gelet op het advies van het College van procureurs-generaal, gegeven op 28 december 2015; Gelet op het advies van de Inspecteur-generaal van Financiën voor de federale politie, gegeven op 5 april 2016; Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën voor de FOD Mobiliteit en Vervoer, gegeven op 10 mei 2016; Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 5 juli 2016; Op de voordracht van de Minister van Binnenlandse Zaken en de Minister van Mobiliteit en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Artikel 1. Overeenkomstig artikel 5, § 3, van de wet van 6 december 2005 betreffende de opmaak en financiering van actieplannen inzake verkeersveiligheid, zoals gewijzigd bij de wet van 8 juni 2008, wordt voor de controlediensten inzake verkeersveiligheid die afhangen van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken voor 2015 een bedrag van 10.915.500 euro toegekend.
Vu la loi du 6 décembre 2005 relative à l'établissement et au financement de plans d'action en matière de sécurité routière, l'article 5, § 3, modifié par la loi du 8 juin 2008; Vu la loi du 18 décembre 2015 contenant le Budget Général des Dépenses pour l'année budgétaire 2016; Vu l'arrêté royal du 19 décembre 2005 relatif à l'établissement et au financement des plans d'action en matière de sécurité routière; Vu le projet introduit par la police intégrée; Vu l'avis du Collège des procureurs généraux, donné le 28 décembre 2015; Vu l'avis de l'Inspecteur général des Finances pour la police fédérale, donné le 5 avril 2016; Vu l'avis de l'Inspecteur des Finances pour le SPF Mobilité et Transports, donné le 10 mai 2016; Vu l'accord de la Ministre du Budget, donné le 5 juillet 2016; Sur la proposition du Ministre de l'Intérieur et du Ministre de la Mobilité et de l'avis des Ministres qui en ont délibéré en Conseil, Nous avons arrêté et arrêtons : Article 1. Conformément à l'article 5, § 3, de la loi du 6 décembre 2005 relative à l'établissement et au financement de plans d'action en matière de sécurité routière, tel que modifié par la loi du 8 juin 2008, un montant de 10.915.500 euros est attribué pour 2015 pour les services de contrôle en matière de sécurité routière qui dépendent du Service Public Fédéral Intérieur.

8 SEPTEMBER 2016. - Ministerieel besluit betreffende de toekenning van de financiële hulp van de Staat in het kader van de verkeersactieplannen 2016 - Geïndexeerd bedrag 2007 toegekend aan de politiezones en de federale politie De Minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken en de Minister van Mobiliteit, Gelet op de wet van 6 december 2005 betreffende de opmaak en financiering van actieplannen inzake verkeersveiligheid, gewijzigd bij de wetten van 8 juni 2008, 23 december 2009, 6 januari 2014 en 25 april 2014; Gelet op het koninklijk besluit van 19 december 2005 betreffende de opmaak en financiering van actieplannen inzake verkeersveiligheid; Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën van Mobiliteit en Vervoer, gegeven op 2 mei 2016; Gelet op de adviezen van de Inspecteur-generaal van Financiën voor de federale politie, respectievelijk gegeven op 17 mei en 15 juni 2016, Besluiten : Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit, verstaan we onder : « de wet » : de wet van 6 december 2005 betreffende de opmaak en financiering van actieplannen inzake verkeersveiligheid.
8 SEPTEMBRE 2016. - Arrêté ministériel relatif à l'octroi de l'aide financière de l'Etat dans le cadre des plans d'action en matière de sécurité routière 2016 - Montant 2007 indexé octroyé aux zones de police et à la police fédérale Le Ministre de la Sécurité et de l'Intérieur et le Ministre de la Mobilité, Vu la loi du 6 décembre 2005 relative à l'établissement et au financement de plans d'action en matière de sécurité routière, modifiée par les lois des 8 juin 2008, 23 décembre 2009, 6 janvier 2014 et 25 avril 2014; Vu l'arrêté royal du 19 décembre 2005 relatif à l'établissement et au financement de plans d'action en matière de sécurité routière; Vu l'avis de l'Inspecteur des Finances pour la Mobilité et les Transports, donné le 2 mai 2016; Vu les avis de l'Inspecteur général des Finances pour la police fédérale, donnés respectivement le 17 mai et le 15 juin 2016, Arrêtent : Article 1. Pour l'application du présent arrêté, on entend par : « la loi » : la loi du 6 décembre 2005 relative à l'établissement et au financement des plans d'action en matière de sécurité routière.

2. Met de 6de Staatshervorming hebben de gewesten de bevoegdheden gekregen inzake Verkeersveiligheid en meer specifiek deze inzake de bevordering, sensibilisering en informatie inzake verkeersveiligheid.
2. Avec la sixième réforme de l'État, les Régions se sont vu octroyer des compétences en matière de sécurité routière et plus spécifiquement en ce qui concerne la promotion, la sensibilisation et l'information en matière de sécurité routière.

Door de overdracht van de bevoegdheden van het Belgisch instituut voor de verkeersveiligheid (BIVV) zullen de Gewesten voortaan bevoegd zijn voor de sensibilisering, de informatie en de bevordering inzake verkeersveiligheid, alsook inzake kennis, studie en onderzoeksactiviteiten inzake verkeersveiligheid.
Du fait du transfert des compétences de l'Institut belge pour la sécurité routière (IBSR), les Régions seront dorénavant compétentes en matière de sensibilisation, d'information et de promotion de la sécurité routière, ainsi qu'en matière de connaissance, d'activités d'études et de recherche dans le cadre de la sécurité routière.

— de bevordering, de sensibilisering en de informatie inzake verkeersveiligheid (art. 25, 7º) met de uitzondering dat wanneer de gewesten samenwerkingsakkoorden sluiten voor nationale sensibiliseringsacties inzake verkeersveiligheid, de federale overheid hierbij dient te worden betrokken (art. 30).
— la promotion, la sensibilisation et l'information en matière de sécurité routière (art. 25, 7º) à cette exception près que lorsque les Régions concluent des accords de coopération en vue de mener des actions nationales de sensibilisation en matière de sécurité routière, l'autorité fédérale doit y être associée (art. 30).

Antwoord : De Evaluatiecommissie van het strafrechtelijk beleid inzake verkeersveiligheid, opgericht door de federale commissie voor de verkeersveiligheid in het kader van het evaluatieproces van de wet van 7 februari 2003 houdende verschillende bepalingen inzake verkeersveiligheid, buigt zich onder andere over de moeilijkheden die veroorzaakt worden door de nieuwe tekst van artikel 163 van het Wetboek van strafvordering en het feit dat artikel 195 van het Wetboek van strafvordering niet navenant werd gewijzigd.
Réponse : La Commission d'évaluation de la politique criminelle en matière de sécurité routière mise en place par la Commission fédérale de sécurité routière dans le cadre du processus d'évaluation de la loi du 7 février 2003 portant diverses mesures de sécurité routière, réfléchit à résoudre, entre autres, les difficultés posées par la rédaction nouvelle de l'article 163 du Code d'instruction criminelle et l'absence de modification parallèle de l'article 195 du Code d'instruction criminelle.

De Evaluatiecommissie van het strafrechtelijk beleid inzake verkeersveiligheid die is opgericht door de Federale Commissie voor de verkeersveiligheid in het kader van het evaluatieproces van de wet van 7 februari 2003 houdende verschillende bepalingen inzake verkeersveiligheid, buigt zich onder andere over de moeilijkheden die veroorzaakt worden door het gebrek aan overeenstemming tussen de flexibiliteit van de bij wet voorgeschreven vervallenverklaringen en de openingstijden van de griffies van de politierechtbanken en de rechtbanken van eerste aanleg.
La Commission d'évaluation de la politique criminelle en matière de sécurité routière mise en place par la Commission fédérale de sécurité routière dans le cadre du processus d'évaluation de la loi du 7 février 2003 portant mesures diverses de sécurité routière, réfléchit à résoudre, entre autres, les difficultés posées par la discordance entre les modalités de modulation de la déchéance prévues par la loi et les heures d'ouverture des greffes des tribunaux de police et de première instance.