3. Verschilt het antwoord naargelang de belastingplichtige zich steunt op de bewoording van artikel 44, § 2, 1° van het BTW-Wetboek dan wel op artikel 13, A, lid 1, b) en c), van de Zesde BTW-richtlijn zoals recentelijk geïnterpreteerd door het Hof van Justitie (H.v.J., 20 november 2003, nr. C-212/01, Margarete Unterpertinger / Pensionsversicherungsanstalt der Arbeiter en H.v.J., 20 november 2003, C-307/01, Peter d'Ambrumenil/Dispute Resolution Services Ltd / Commissioners of Customs & Excise, www.curia.eu.int)?
3. La réponse diffère-t-elle selon que le contribuable se fonde sur les termes de l'article 44, § 2, 1° du Code de la TVA ou sur l'article 13, A, alinéa 1er, b) et c), de la sixième directive TVA tel qu'il a récemment été interprété par la Cour de Justice (CJCE, 20 novembre 2003, n° C-212/01, Margarete Unterpertinger Pensionsversicherungsanstalt der Arbeiter et CJCE, 20 novembre 2003, C-307/01, Peter d'Ambrumenil/Dispute Resolution Services Ltd/Commissioners of Customs & Excise, www.curia.eu.int)?
