Het collectieve gebruik moet elk ogenblik bewezen kunnen worden. De in aanmerking genomen investeringen moeten, evenals de desbetreffende kredietaanvraag, betrekking hebben op minstens 250.000 BEF per landbouwer, hoogstens 180.000 Ecu per landbouwer die lid is van de CVGL en hoogstens 720.000 Ecu per CVGL en per periode van zes opeenvolgende jaren.
Les investissements pris en considération, de même que la demande de crédit s'y rapportant, doivent porter sur un montant de 250.000 frs minimum par agriculteur, de 180.000 écus maximum par agriculteur membre de la CUMA et de 720.000 écus maximum par CUMA et par période de 6 années consécutives.