Om rekening te houden met de omstandigheden waarin het actieve leven van de mijnwerker en van de zeevarende verloopt, wordt de normale pensioenleeftijd teruggebracht tot 55 en 60 jaar voor een pensioen dat wordt toegekend voor een tewerkstelling respectievelijk als ondergronds mijnwerker en als bovengronds mijnwerker of zeevarende » (ibid., p. 11247).
En vue de tenir compte des circonstances dans lesquelles se déroule la vie active de l'ouvrier mineur et du marin, l'âge normal de la pension est ramené à 55 et à 60 ans pour une pension attribuée en raison d'une occupation respective en qualité d'ouvrier mineur de fond et d'ouvrier mineur de surface ou de marin [.] » (ibid., p. 11247).