Om de in B.10.4 vermelde redenen en zoals reeds in B.9.4 is aangegeven, vermocht de decreetgever te oordelen dat parkgebieden - ofschoon eveneens ruimtelijk kwetsbare gebieden - over voldoende ruimtelijke draagkracht beschikken om voor de in artikel 145bis bedoelde werken in aanmerking te komen.
Pour les motifs indiqués au B.10.4 et comme il est déjà mentionné au B.9.4, le législateur décrétal pouvait estimer que les zones de parc - bien que constituant également des zones vulnérables du point de vue spatial - disposent d'une capacité territoriale suffisante pour entrer en ligne de compte pour les travaux visés à l'article 145 bis.
