2. De bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat moet officieel erkennen dat ongunstige weersomstandigheden hebben geheerst of dat een dier- of plantenziekte of een plaag is uitgebroken of een milieuongeval heeft plaats gevonden.
2. Le phénomène climatique défavorable ou le foyer de maladie animale ou végétale ou l'infestation parasitaire ou l'incident environnemental doivent être officiellement reconnus par l'autorité compétente de l'État membre concerné.