De derde verzoekende partij voert het discriminerende karakter aan van het verschil in behandeling dat het bestreden decreet teweegbrengt tussen twee categorieën van personen die, op het ogenblik van de inwerkingtreding ervan, het ambt van (adjunct-)adviseur of dat van (adjunct-)directeur bij de hulpverlening aan de jeugd uitoefenden.
La troisième partie requérante allègue le caractère discriminatoire du traitement différent que réserve le décret attaqué à deux catégories de personnes qui, au moment de son entrée en vigueur, exerçaient les fonctions de conseiller (adjoint) ou de directeur (adjoint) de l'aide à la jeunesse.